2. fordert die EU auf, für sich selbst Reduktionsziele zwischen 15 und 30 % bis 2020 und bis 2050 ein Ziel festzusetzen, das im Einklang mit den vereinbarten langfristigen Zielen der EU steht und den Kosten und Nutzen der Maßnahmen sowie der Notwendigkeit, dass weiter entwickelte Länder größere Anstrengungen unternehmen, Rechnung trägt;
2. verlangt van de EU dat zij binnenlandse reductiedoelstellingen van tussen de 15 en 30 % in 2020 goedkeurt, alsmede een streefwaarde voor 2050 die strookt met de overeengekomen langetermijndoelstellingen van de EU, rekening houdend met de kosten en voordelen van de maatregelen en de noodzaak dat landen met een verder ontwikkelde economie grotere inspanningen moeten leveren;