Traduction de «vereinbarte strategie nichts » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

sofern nichts anderes vereinbart wurde
tenzij anders overeengekomen

Nichts-tun-Strategie
niets-doenstrategie

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Langfristige Tragfähigkeit der öffentlichen Finanzen in der Mehrzahl der Mitgliedstaaten noch nicht gewährleistet | Neben der Erreichung höherer Beschäftigungs- und Potenzialwachstumsraten, zielt die zur Bewältigung der wirtschaftlichen und budgetären Auswirkungen der Bevölkerungsalterung vereinbarte politische Strategie auch auf die Reduzierung der Schuldenquoten und Reform der Rentensysteme ab.
De duurzaamheid van de publieke financien is in de meerderheid van de lidstaten nog niet gewaarborgd | De overeengekomen beleidsstrategie om de economische en budgettaire gevolgen van de vergrijzing aan te pakken, berust niet alleen op het bewerkstelligen van hogere werkgelegenheidscijfers en potentiële groeipercentages, maar ook en vooral op schuldafbouw en hervorming van de pensioenstelsels.

Sie kamen überein, dass die vollständige Wiederherstellung der Kreditkanäle Priorität hat und dass somit die im Oktober 2008 vereinbarte Strategie nichts von ihrer Gültigkeit verloren hat.
Zij waren het erover eens dat de prioriteit erin bestaat de werking van de kredietverlening ten volle te herstellen en dat de in oktober 2008 goedgekeurde strategie in die zin volledig overeind blijft.

Zu den Aufgaben nicht geschäftsführender Mitglieder des Leitungsorgans eines Instituts sollte gehören, die Strategie des Instituts konstruktiv zu kritisieren, um dadurch zu deren Weiterentwicklung beizutragen; sorgfältig zu prüfen, inwieweit die Geschäftsleitung vereinbarte Ziele verwirklicht; sich davon zu überzeugen, dass Finanzinformationen korrekt und die Finanzkontrollen und Risikomanagementsysteme solide und vertretbar sind; Gestaltung und Anwendung der Vergütungspolitik des Instituts sorgfältig zu prüfen und objektive Stellungnahmen zur Mittelausstattung, Einstellungen und Verhaltensregeln abzugeben.
De rol van de niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevend orgaan in een instelling dient mede te bestaan uit een constructieve maar kritische opstelling ten aanzien van de strategie van de instelling en aldus tot de ontwikkeling van die strategie bij te dragen, een nauwgezet onderzoek van de bestuursprestaties ten opzichte van afgesproken doelstellingen, het zich ervan vergewissen dat de financiële informatie juist is en dat de financiële controles en risicobeheerssystemen robuust en houdbaar zijn, een nauwgezet onderzoek van de opzet en tenuitvoerlegging van het beloningsbeleid van de instelling, en het geven van objectieve oordelen over middelen, benoemingen en gedragsnormen.

1. erinnert daran, dass die Mitgliedstaaten im Rahmen der Strategie Europa 2020 vereinbart haben, dass bis 2020 75 % der Bevölkerung im Alter von 20 bis 64 Jahren in Arbeit stehen sollen, ein Ziel, das eng mit dem Wirtschaftswachstum und der Nachhaltigkeit der Sozialversicherungssysteme und der öffentlichen Finanzen Europas verbunden ist; weist darauf hin, dass die Erwerbsquote von Frauen gegenwärtig 58,2 % beträgt; betont, dass eine drastische Reduzierung der Jugendarbeitslosigkeit, eine stärkere Teilhabe von Frauen am Arbeitsmarkt und die wirksame Umsetzung der Priorität der Eingliederung der Strategie zu den entscheidenden Voraussetzungen zur Erreichung des Beschäftigungsziels gehören; betont, dass die meisten der nationalen Reformprogramme dem Beschäftigungsziel und dem Armutsreduktionsziel nicht gerecht werden, und fordert alle Beteiligten auf, ihre Bemühungen zur erfolgreichen Umsetzung der Strategie Europa 2020 zu verstärken;
1. herinnert eraan dat de lidstaten in het kader van de Europa 2020-strategie een arbeidsparticipatiedoelstelling van 75% voor de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar in 2020 zijn overeengekomen, en dat deze doelstelling onverbrekelijk verbonden is met economische groei en houdbare socialezekerheidsstelsels en overheidfinanciën in Europa; herinnert eraan dat de arbeidsparticipatie van vrouwen thans 58,2% bedraagt; benadrukt dat een drastische vermindering van de jeugdwerkloosheid, een grotere participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt en een effectieve uitvoering van de integratiedoelstelling van de strategie enkele van de noodzakelijke voorwaarden zijn om de arbeidsparticipatiedoelstelling te kunnen halen; benadrukt dat in de meeste nationale hervormingsprogramma's niet wordt voldaan aan beide doelstellingen inzake arbeidsparticipatie en armoede, en vraagt alle betrokken partijen hun inspanningen op te voeren om de Europa 2020-strategie te doen slagen;

45. nimmt die Anreize zur verstärkten Übernahme politischer Verantwortung für die Strategie auf nationaler Ebene zur Kenntnis; bedauert jedoch den Mangel an Vorschlägen, durch die auf europäischer Ebene mittels einer zielgerichteten europäischen Legislativagenda das politische Verantwortungsgefühl gestärkt werden könnte, und schlägt vor, dass die Kommission die „Gemeinschaftsmethode“ überprüft und die durch den Vertrag von Lissabon verfügbaren Instrumente zur Umsetzung der 2020-Strategie nutzt; ist besorgt über die Inkohärenz des Verfahrens, die der Tatsache geschuldet ist, dass von den Mitgliedstaaten erwartet wird, bis Juni 2010 ihre nationalen Ziele auf der Grundlage der EU-Kernziele und -Indikatoren festzusetzen, obwohl mehrere davon zu diesem Zeitpunkt noch nicht vereinbart sein werden;
45. neemt kennis van de prikkels om de politieke betrokkenheid bij de strategie op nationaal niveau te vergroten; betreurt echter het gebrek aan voorstellen om door middel van een krachtige Europese wetgevingsagenda voor een grotere politieke betrokkenheid op Europees niveau te zorgen; stelt voor dat de Commissie de "communautaire methode" nog eens beziet en bij de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie gebruik maakt van de instrumenten die het Verdrag van Lissabon biedt; is bezorgd over het gebrek aan samenhang in de aanpak doordat van de lidstaten verwacht wordt dat zij reeds in juni 2010 hun nationale doelen in het kader van de EU-kerndoelen en indicatoren vaststellen, hoewel over sommige van deze laatste nog geen overeenstemming is bereikt;

10. ist der Ansicht, dass der HVE der Kommission den ehrgeizigen politischen Zielen, die vereinbart wurden, insbesondere betreffend die Lissabon-Strategie, nicht gerecht wird und fordert den Rat angesichts der Bedeutung, die einer Stärkung der Position der Klein- und Mittelbetriebe zukommt, auf, mit dem Europäischen Parlament einen seriösen und konstruktiven Dialog darüber zu führen, wie diese politischen Verpflichtungen eingehalten werden können; schlägt vor, in diesem Zusammenhang auch die Anwendung der Bestimmungen der Nummer 33 der Interinstitutionellen Vereinbarung vom 6. Mai 1999 nicht auszuklammern;
10. acht het VOB van de Commissie onvoldoende als budgettaire weerslag van de overeengekomen politieke doelen, met name wat betreft de strategie van Lissabon en rekening houdende met het belang van versterking van de positie van kleine en middelgrote ondernemingen; nodigt de Raad uit een serieuze en constructieve dialoog met het Parlement aan te gaan over de vraag op welke wijze deze politieke toezeggingen ingevuld kunnen worden; stelt in dit verband voor gebruik te maken van punt 33 van het Interinstutioneel Akkoord van 6 mei 1999;

10. ist der Ansicht, dass der HVE der Kommission den ehrgeizigen politischen Zielen, die vereinbart wurden, insbesondere der Lissabon-Strategie, nicht gerecht wird und fordert den Rat angesichts der Bedeutung, die einer Stärkung der Position der Klein- und Mittelbetriebe zukommt, auf, mit dem Europäischen Parlament einen seriösen und konstruktiven Dialog darüber zu führen, wie diese politischen Verpflichtungen eingehalten werden können; schlägt vor, in diesem Zusammenhang auch die Anwendung der Bestimmungen der Nummer 33 der Interinstitutionellen Vereinbarung vom 6. Mai 1999 nicht auszuklammern;
10. acht het VOB van de Commissie onvoldoende als budgettaire weerslag van de overeengekomen politieke doelen, met name wat betreft de strategie van Lissabon en rekening houdende met het belang van versterking van de positie van kleine en middelgrote ondernemingen; nodigt de Raad uit een serieuze en constructieve dialoog met het Parlement aan te gaan over de vraag op welke wijze deze politieke toezeggingen ingevuld kunnen worden; stelt in dit verband voor gebruik te maken van punt 33 van het Interinstutioneel Akkoord van 6 mei 1999;