18. ist der Auffassung, dass die Europäische Union ihre eigenen Sicherheits- und Verteidigungsfähigkeiten entwickeln muss, was eine verbesserte Lastenteilung mit den nicht-europäischen Verbündeten und eine angemessene Reaktion auf diejenigen Sicherheitsherausforderungen und Bedrohungen ermöglichen wird, die nur die EU-Mitgliedstaaten betreffen;
18. is van oordeel dat de EU haar eigen veiligheids- en defensiecapaciteiten moet ontwikkelen om een betere lastenverdeling tussen de EU en de niet-Europese bondgenoten evenals een adequate respons op veiligheidsproblemen en dreigingen die alleen de lidstaten van de EU aangaan, mogelijk te maken;