Gemäß Artikel 3 Absatz 4 Buchstabe c der Richtlinie 2009/28/EG können die Mitgliedstaaten bei der Berechnung des Beitrags von Elektrizität, die aus erneuerbaren Energiequellen erzeugt und in Fahrzeugen verbraucht wird, wählen, ob sie den durchschnittlichen Anteil der Elektrizität aus erneuerbaren Energiequellen in der Gemeinschaft oder den Anteil der Elektrizität aus erneuerbaren Energiequellen in ihrem eigenen Land, gemessen zwei Jahre vor dem betreffenden Jahr, verwenden wollen.
Overeenkomstig artikel 3, lid 4, onder c), van Richtlijn 2009/28/EG mogen de lidstaten voor het berekenen van de bijdrage van uit hernieuwbare bronnen geproduceerde elektriciteit voor elektrische voertuigen zelf kiezen voor het gemiddelde aandeel van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in de Gemeenschap of het aandeel van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in hun eigen land, gemeten twee jaar voor het betreffende jaar.
