5. unterstreicht, dass die Innovationspolitik mit anderen europäischen und nationalen Politiken (einschließlich Industrie-, Umwelt- und Verbraucherpolitik) abgestimmt werden sollte, wobei die gewählten Ansätze so flexibel sein sollten, dass sie an unterschiedliche nationale und regionale Bedingungen angepasst werden können;
5. onderstreept dat het innovatiebeleid gecoördineerd zou moeten worden met andere EU- en nationale beleidslijnen (waaronder industrie-, milieu- en consumentenbeleid), waarbij ervoor wordt gezorgd dat de gekozen aanpak voldoende flexibel is om te kunnen inspringen op verschillende nationale en regionale situaties;