(8b) Den Mitgliedstaaten sollte gestattet werden, sich bei den Maßnahmen zur Be
schränkung oder zum Verbot des Anbaus von GVO auf entsprechend gerechtfertigte Gründe im Zusammenhang mit lokalen
oder regionalen Umweltauswirkungen, die sich aus der absichtlichen Freisetzung
oder dem Inverkehrbringen von GVO ergeben könnten und die Umweltauswirkungen ergänzen, die bei der gemäß Teil C der Richtlinie 2001/18/EG durchgeführten wissenschaftlichen Bewertung der schädlichen Auswirkungen auf die Umwelt geprüft wurden,
oder Gründe im Zusammenhang mit dem Risikomanag
...[+++]ement zu stützen.(8 ter) De lidstaten moeten de maatregelen die de teelt van ggo's verbieden of beperken, kunnen baseren op naar behoren verantwoorde redenen die verband houden met lokale of regionale milieugevolgen die het gevolg kunnen zijn van de opzettelijke introductie of het in de handel brengen van ggo's en die komen bovenop de milieugevolgen die zijn onderzocht bij de wetenschappelijke beoordeling van de milieu-effecten, die is uitgevoerd op grond van deel C van Richtlijn 2001/18/EG, of op redenen in verband met risicobeheer.