Nach Artikel 5 Absatz 2 müssen die Mitgliedstaaten sicherstellen, dass juristische Personen verantwortlich gemacht werden, wenn eine in den Artikeln 2 und 3 aufgeführte Straftat aufgrund mangelnder Kontrolle oder Überwachung durch eine Person begangen wurde, die eine der in Artikel 5 Absatz 1 Buchstaben a bis c genannte Befugnis innehatte.
Artikel 5, lid 2, vereist dat lidstaten rechtspersonen aansprakelijk stellen indien er een strafbaar feit zoals omschreven in artikelen 2 of 3 heeft plaatsgevonden als gevolg van gebrekkig toezicht of gebrekkige controle door een persoon in een van de posities bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a) tot met c).