Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "urteil nr 57 2002 " (Duits → Nederlands) :

Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern L. Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 13. April 2015 in Sachen der « Repassvite » Gen.mbH gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 22. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Hennegau, Abteilung Mons, folgende Vorabentscheidungsfra ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, T. MerckxVan Goey, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 13 april 2015 in zake de cvba « Repassvite » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Bergen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 193bis van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 170 [lees : 172] van de Grondwet, in zoverre het de tewerkstellin ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 182/2006 vom 29. November 2006 hat der Gerichtshof festgestellt, dass Artikel 57 des EStGB 1992 in der vor seiner Abänderung durch das Programmgesetz (I) vom 24. Dezember 2002 geltenden Fassung nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstieß, insofern er keinen Unterschied vornahm zwischen einerseits den Steuerpflichtigen, die die betreffenden Ausgaben nicht auf die vorgeschriebene Weise gerechtfertigt hatten, wobei der Empfänger den Betrag dieser Ausgaben spontan in seine Erklärung aufgenommen hatte, und andererseits den Steuerpflichtigen, die die betreffenden Ausgaben ebenfalls nicht auf die vorgesch ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 182/2006 van 29 november 2006 heeft het Hof vastgesteld dat artikel 57 van het WIB 1992, zoals het van kracht was vóór de wijziging ervan bij de programmawet (I) van 24 december 2002, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schond in zoverre het geen onderscheid maakte tussen, enerzijds, de belastingplichtige die de bedoelde uitgaven niet op de voorgeschreven wijze heeft verantwoord, maar waarbij de verkrijger het bedrag van die uitgaven spontaan in zijn aangifte heeft opgenomen en, anderzijds, de belastingplichtige die de bedoelde uitgaven evenmin op de voorgeschreven wijze heeft verantwoord, maar waarbij de verkr ...[+++]


- wenn dieses Verfahren für unbestimmte Zeit ausgesetzt wurde in Erwartung der Antwort auf die durch einen anderen Richter (Urteil Nr. 126/2000, B.1.2) oder durch denselben Richter in einer anderen Rechtssache (Urteil Nr. 55/99, B.1.2; Urteil Nr. 57/2002, A.1; Urteil Nr. 141/2006, B.3.2) dem Hof vorgelegte präjudizielle Frage;

- wanneer die procedure voor onbepaalde tijd werd stilgelegd in afwachting van het antwoord op de door een andere rechter (arrest nr. 126/2000, B.1.2) of door dezelfde rechter in een andere zaak (arrest nr. 55/99, B.1.2; arrest nr. 57/2002, A.1; arrest nr. 141/2006, B.3.2) aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag;


- wenn dieses Verfahren für unbestimmte Zeit ausgesetzt wurde in Erwartung der Antwort auf die durch einen anderen Richter (Urteil Nr. 126/2000, B.1.2) oder durch denselben Richter in einer anderen Rechtssache (Urteil Nr. 55/99, B.1.2; Urteil Nr. 57/2002, A.1; Urteil Nr. 141/2006, B.3.2) dem Hof vorgelegte präjudizielle Frage;

- wanneer die procedure voor onbepaalde tijd werd stilgelegd in afwachting van het antwoord op de door een andere rechter (arrest nr. 126/2000, B.1.2) of door dezelfde rechter in een andere zaak (arrest nr. 55/99, B.1.2; arrest nr. 57/2002, A.1; arrest nr. 141/2006, B.3.2) aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag;


Der Hof hat in den vorerwähnten Urteilen erkannt, dass « eine solche Billigung durch ein Dekret nicht die Verfahrensregeln für die freiwillige Intervention ändert, sondern nur eine zusätzliche Kategorie von intervenierenden Parteien bezeichnet, die im Zusammenhang steht mit einer dem Dekretgeber zugewiesenen Angelegenheit » (Urteil Nr. 57/2002, B.8.3; Urteil Nr. 152/2002, B.8.3).

Het Hof heeft in voormelde arresten geoordeeld dat « een dergelijke toelating door een decreet niet de procedureregels inzake de vrijwillige tussenkomst wijzigt, doch slechts een bijkomende categorie van tussenkomende partijen aanwijst die verband houdt met een aan de decreetgever toegewezen aangelegenheid » (arrest nr. 57/2002, B.8.3; arrest nr. 152/2002, B.8.3).


Der Gesetzgeber hat ausserdem erkennen müssen, dass die Gesetzesänderung dringend war, zumal der Hof in seinem Urteil Nr. 69/2002 vom 28. März 2002 festgestellt hatte, dass die unter allen Umständen geltende Unmöglichkeit, einen freigebig handelnden Bürgen zu entlasten, nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar war, und dass er durch das Urteil Nr. 114/2004 vom 30. Juni 2004 die Bestimmung bezüglich der Entlastung der Bürgen für nichtig erklärt, die Folgen dieser Bestimmung aber bis zum 31. Juli 2005 aufrechterhalten hatte.

De wetgever heeft bovendien moeten oordelen dat de wetswijziging dringend noodzakelijk was, te meer daar het Hof, in zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, had vastgesteld dat de onmogelijkheid in alle omstandigheden om de borg uit vrijgevigheid te bevrijden, onbestaanbaar was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en dat het, bij arrest nr. 114/2004 van 30 juni 2004, de bepaling in verband met de bevrijding van de borg had vernietigd maar daarbij de gevolgen van die bepaling had gehandhaafd tot 31 juli 2005.


Auszug aus dem Urteil Nr. 57/2002 vom 28. März 2002

Uittreksel uit arrest nr. 57/2002 van 28 maart 2002


Dies bedeutet unter anderem, dass der Vollstreckungsstaat unbeschadet des Rahmenbeschlusses 2002/584/JI des Rates gegebenenfalls überprüfen kann, ob Gründe für die Ablehnung gemäß Artikel 9 vorliegen, einschließlich der Überprüfung der beiderseitigen Strafbarkeit, sofern der Vollstreckungsstaat eine Erklärung nach Artikel 7 Absatz 4 abgegeben hat, in der als Vorbedingung zur Anerkennung und Vollstreckung des Urteils geprüft wird, ob die Person überstellt oder ob das Urteil in den Fällen gemäß Artikel 4 Absatz 6 des genannten Rahmenbes ...[+++]

Dit betekent onder meer dat, onverminderd Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad, de tenuitvoerleggende lidstaat kan nagaan of er weigeringsgronden in de zin van artikel 9 voorhanden zijn, en meer bepaald dat hij, indien door hem een verklaring in de zin van artikel 7, lid 4 is afgelegd, in de gevallen bedoeld in artikel 4, lid 6 van genoemd kaderbesluit, alvorens de beslissing te erkennen en ten uitvoer te leggen kan onderzoeken of er wel sprake is van dubbele strafbaarheid, zodat overlevering van de betrokkene of tenuitvoerlegging van de sanctie te overwegen is.


57. erklärt sich insgesamt mit den Vorschlägen für die europäische Verkehrspolitik einverstanden; fordert die Kommission jedoch auf, nach dem Urteil des Europäischen Gerichtshofs vom 5. November 2002 gegen die von 8 Mitgliedstaaten mit den Vereinigten Staaten geschlossenen Open-sky-Abkommen umgehend eine Mitteilung über die künftige Ausarbeitung bilateraler Verträge im Bereich des Luftverkehrs vorzulegen;

57. is in grote lijnen tevreden over de voorstellen betreffende het Europees vervoerbeleid; verzoekt evenwel dat de Europese Commissie, naar aanleiding van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 5 november 2002 houdende de veroordeling van acht lidstaten in verband met het sluiten van "open sky"-akkoorden met de Verenigde Staten, zo snel mogelijk een mededeling publiceert over de ontwikkeling van bilaterale luchtvaartakkoorden in de toekomst;


4. erinnert daran, dass der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte in seinem Urteil vom 17. Juli 2002 in der Angelegenheit Sadak, Zana - Trägerin des Sacharow-Preises -, Dicle und Dogan, Mitglieder der 1994 vom Verfassungsgerichtshof aufgelösten DEP-Partei, entschieden hat, dass gegen Artikel 6 der Konvention verstoßen wurde, und fordert die türkische Regierung auf, sich an dieses Urteil zu halten und Frau Zana und ihre Kollegen aus der Haft zu entlassen und ihnen ein gerechtes Gerichtsverfahren zuzusichern;

4. wijst erop dat krachtens het arrest van het Europees Hof voor de rechten van de mens van 17 juli 2001 in de zaak Sadak, Zana, winnares van de Sacharov-prijs, Dicle en Dogan, leden van de DEP-partij die in 1994 door het Constitutioneel Hof werd opgeheven, artikel 6 van het Verdrag werd overtreden, en verzoekt de Turkse regering dit vonnis te respecteren en mevrouw Zana en haar collegae te bevrijden en hen een rechtvaardig proces te garanderen,




Anderen hebben gezocht naar : seinem urteil     nr 2204 2002     dezember     urteil     urteil nr 57 2002     urteil nr 69 2002     aus dem urteil     das urteil     des rahmenbeschlusses     nach dem urteil     november     juli     urteil nr 57 2002     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'urteil nr 57 2002' ->

Date index: 2021-10-31
w