Als der Staatsrat den aufgrund von Artikel 5 Absatz 1 Nr. 5 des Gesetzes vom 10. April 1990 in seiner ursprünglichen Fassung ergangenen königlichen Erlass für nichtig erklärt habe, habe er geurteilt, dass das Gesetz einen Bestandteil der Rechtsstellung der Inhaber der betreffenden Ämter darstelle.
Toen de Raad van State het op basis van artikel 5, eerste lid, 5°, van de wet van 10 april 1990 in zijn aanvankelijke versie genomen koninklijk besluit heeft vernietigd, heeft hij geoordeeld dat de wet een element vormt van de rechtstoestand van de titularissen van de in het geding zijnde functies.