Artikel 211bis des Strafprozessgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass er die Berufungsrichter, bei denen nur die Berufung einer Zivilpartei anhängig gemacht wurde, dazu verpflichtet, einstimmig zu befinden, wenn sie beim Abändern der Entscheidung des Erstrichters, der sich wegen des Freispruchs des Angeschuldigten für unzuständig erklärt hatte, über die Klage der Zivilpartei zu befinden, die Klage ganz oder teilweise für begründet erklären, verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.
Artikel 211bis van het Wetboek van Strafvordering, in die zin geïnterpreteerd dat het de appelrechters voor wie enkel het beroep van een burgerlijke partij aanhangig is gemaakt, ertoe verplicht uitspraak te doen met eenparigheid van stemmen wanneer zij, bij het wijzigen van de beslissing van de eerste rechter die zich onbevoegd had verklaard om kennis te nemen van de rechtsvordering van die burgerlijke partij vanwege de vrijspraak van de beklaagde, die vordering geheel of gedeeltelijk gegrond verklaren, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
