Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "unzulässig sei insofern darin gleichzeitig " (Duits → Nederlands) :

Der Gerichtshof wird gefragt, ob Artikel 33 des Gesetzes vom 24. Juni 2013 über die kommunalen Verwaltungssanktionen (nachstehend: Gesetz vom 24. Juni 2013) mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit der durch Artikel 6 Absatz 2 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Unschuldsvermutung, vereinbar sei, insofern darin vorgesehen sei, dass die administrative Geldbuße, die wegen bestimmter Verkehrsverstöße auferlegt werden könne « bei Abwesenheit des Führers », jederzeit dem Inhaber des Nummernschildes des Fahrzeugs, mit dem ein Verkehrsverstoß beg ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het vermoeden van onschuld zoals gewaarborgd bij artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 33 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (hierna : de wet van 24 juni 2013) in zoverre daarin zou worden voorzien dat de administratieve geldboete die kan worden opgelegd wegens welbepaalde verkeersinbreuken, « bij afwezigheid van de bestuurder », te allen tijde ten laste wordt gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig waarme ...[+++]


Der Ministerrat ist der Auffassung, dass die Vorabentscheidungsfrage unzulässig sei, weil darin nicht die miteinander zu vergleichenden Kategorien von Personen erwähnt würden und die Bezugnahme auf Artikel 6 Absatz 3 Buchstabe c) der Europäischen Menschenrechtskonvention als Referenznorm im Rahmen der Prüfung dieser Frage nicht relevant sei.

De Ministerraad is van mening dat de prejudiciële vraag onontvankelijk is omdat zij niet de categorieën van personen vermeldt die zouden moeten worden vergeleken en omdat de verwijzing naar artikel 6.3, c), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, als referentienorm, niet pertinent is in het kader van het onderzoek van die vraag.


Der Ministerrat führt an, dass die Klageschrift unzulässig sei, insofern damit die Nichtigerklärung von Artikel XI. 213 des Wirtschaftsgesetzbuches beantragt werde, da die Darlegung des einzigen Klagegrunds sich in keiner Weise auf diese Bestimmung beziehe.

De Ministerraad voert aan dat het verzoekschrift onontvankelijk is in zoverre daarin de vernietiging van artikel XI. 213 van het WER wordt gevorderd, aangezien de uiteenzetting van het enige middel op geen enkele wijze betrekking heeft op die bepaling.


In der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gefragt, ob Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern die Zivilpartei, die nicht die Initiative zur Verfolgung ergriffen habe und gegen ein Urteil, mit dem ihre Klage für unzulässig erklärt worden sei, nachdem der Angeklagte auf die Strafverfolgung hin verurteilt worden sei, Berufung einlege, nicht zur Zahlung der Verfahrensentschädigung verurteilt werden könne, wenn sie in der Berufungsinstanz unterliege.

In de prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld.


Der Gerichtshof wird gefragt, ob Artikel 335 § 1 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei, insofern er es nicht ermögliche, dass das Kind den Namen der Mutter oder den Namen des Vaters und denjenigen der Mutter trage, wenn die Abstammung väterlicherseits und mütterlicherseits gleichzeitig festgestellt werde und keine Zustimmung des Vaters zur Zuerkennung des Namens der Mutter oder des Namens der beiden Eltern v ...[+++]

Het Hof wordt gevraagd of artikel 335, § 1, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het niet toestaat dat het kind de naam van de moeder of de naam van de vader en die van de moeder draagt wanneer de afstamming van vaderszijde en de afstamming van moederszijde tegelijkertijd vaststaan en de vader het niet eens is met de toekenning van de naam van de moeder of van de naam van beide ouders en in zoverre het in geen enkele toetsing van het belang van het kind bij de naamgeving voo ...[+++]


Der vorlegende Richter möchte vernehmen, ob Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches vereinbar sei mit den Artikeln 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern darin dem Kind im Alter von über 22 Jahren zur Einreichung einer Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung eine Frist von einem Jahr ab der Entdeckung der Tatsache, dass die Person, die es anerkannt habe, nicht sein Vater sei, auferlegt werde, un ...[+++]

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de persoon die het heeft erkend zijn vader niet is om een vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning in te stellen en zulks in de hypothese ...[+++]


Aus der Begründung der Vorlageentscheidung geht hervor, dass der Gerichtshof in der ersten Vorabentscheidungsfrage ebenfalls gebeten wird, darüber zu befinden, ob Artikel 30 der Verfassung eingehalten werde: - durch das Gesetz vom 30. Juli 1938, insofern darin nicht der Verteilerschlüssel vorgesehen sei, der bei Ernennungen in den Dienstgrad eines höheren Offiziers zwischen den Kandidaten der französischen Sprachregelung und denjenigen der niederländischen Sprachregelung einzuhalten sei; - durch die Wortfolge « gemäß den Regeln, die Er bestimmt » in Artikel 41 Absatz 1 des Gesetzes vom 1. März ...[+++]

Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof in de eerste prejudiciële vraag ook wordt verzocht zich uit te spreken over de inachtneming van artikel 30 van de Grondwet : - door de wet van 30 juli 1938, in zoverre zij niet voorziet in een verdeelsleutel die in acht moet worden genomen bij de benoemingen in een graad van hoofdofficier tussen de kandidaten van het Franse taalstelsel en die van het Nederlandse taalstelsel; - door de woorden « volgens de regels die Hij bepaalt » in artikel 41, eerste lid, van de wet van 1 maart 1958, niet alleen in zoverre zij de Koning niet ertoe machtigen en niet ertoe verplichten in een ...[+++]


Mit der zweiten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, über die Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung zu befinden, insofern darin vorgesehen sei, dass der Erlass der Regierung zur Genehmigung des Erneuerungsprogramms einer Enteignungsermächtigung gleichkomme; durch die fragliche Bestimmung werde somit ein nicht gerechtfertigter Behandlungsunterschied eingeführt zwischen einerseits den Eigentümern, die von einer Enteignung im Rahme ...[+++]

In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, van de in het geding zijnde bepaling, in zoverre zij erin voorziet dat het besluit van de Regering ter goedkeuring van het herwaarderingsprogramma geldt als een toestemming om te onteigenen : de in het geding zijnde bepaling zou aldus een niet verantwoord verschil in behandeling met zich meebrengen tussen, enerzijds, de eigenaars op wie een onteigening in het kader van de stedelijke herwaardering betrekking heeft en aan wie een geïndividualiseerd onderzoek van de verantwoording voor de onteige ...[+++]


Mit der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, über die Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu befinden, insofern darin für den Beschuldigten eine Frist von vierundzwanzig Stunden vorgesehen sei, um Einspruch gegen den Beschluss der Ratskammer einzulegen, mit dem der Tatbestand für erwiesen erklärt und die Aussetzung der Verkündung der Verurteilung beschlossen werde, während aufgrund von Artikel 135 §§ 1 und 3 des Strafprozessgesetzbuches der Prokurator des Königs und die Zivilpartei über eine Frist von fünfzehn Tagen verfügten, um Berufung geg ...[+++]

Met de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van die bepaling, in zoverre zij voor de verdachte in een termijn van vierentwintig uren voorziet om verzet aan te tekenen tegen de beschikking van de raadkamer waarbij de feiten bewezen worden verklaard en waarbij de opschorting van de uitspraak van de veroordeling wordt uitgesproken, terwijl krachtens artikel 135, §§ 1 en 3, van het Wetboek van strafvordering, de procureur des Konings en de burgerlijke partij over een termijn van vijftien dagen beschikken om hoger beroep in te stellen tegen een door h ...[+++]


Mit seiner zweiten Vorabentscheidungsfrage möchte der vorlegende Richter vom Gerichtshof erfahren, ob Artikel 318 § 1 des Zivilgesetzbuches mit Artikel 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, vereinbar sei, insofern die vom Kind erhobene Vaterschaftsanfechtungsklage unzulässig sei, sobald ein Besitz des Standes zwischen diesem Kind und seinem gesetzlichen Vater vorhanden sei.

Met zijn tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vordering tot betwisting van het vaderschap die door het kind is ingesteld onontvankelijk is zodra er tussen dat kind en zijn wettige vader een bezit van staat bestaat.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'unzulässig sei insofern darin gleichzeitig' ->

Date index: 2021-05-14
w