Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «unzulässig erklärt insofern » (Allemand → Néerlandais) :

Der Ministerrat führt an, dass die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6493 ausschließlich Beschwerdegründe gegen die Artikel 121 und 128 des Gesetzes vom 5. Februar 2016 anführe, sodass der Klagegrund für unzulässig erklärt werden müsse, insofern er gegen die Artikel 129, 130 und 136 desselben Gesetzes gerichtet sei.

De Ministerraad voert aan dat de verzoekende partij in de zaak nr. 6493 uitsluitend grieven ontwikkelt tegen de artikelen 121 en 128 van de wet van 5 februari 2016, zodat het middel niet ontvankelijk moet worden verklaard in zoverre het is gericht tegen de artikelen 129, 130 en 136 van dezelfde wet.


« Verstößt Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Zivilpartei, die nicht die Initiative zur Verfolgung ergriffen hat und gegen ein Urteil, mit dem ihre Klage für unzulässig erklärt wurde, nachdem der Angeklagte auf die Strafverfolgung hin verurteilt worden war, Berufung einlegt, nicht zur Zahlung der Verfahrensentschädigung verurteilt werden kann, wenn sie in der Berufungsinstanz unterliegt, wobei der Verfassungsgerichtshof ...[+++]

« Schendt artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, aangezien het Grondwettelijk Hof bij het arrest nr. 113/2016 van 22 ...[+++]


In der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gefragt, ob Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern die Zivilpartei, die nicht die Initiative zur Verfolgung ergriffen habe und gegen ein Urteil, mit dem ihre Klage für unzulässig erklärt worden sei, nachdem der Angeklagte auf die Strafverfolgung hin verurteilt worden sei, Berufung einlege, nicht zur Zahlung der Verfahrensentschädigung verurteilt werden könne, wenn ...[+++]

In de prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld.


Insofern er es dem Strafrichter nicht erlaubt, dem Angeklagten eine Verfahrensentschädigung in der Berufungsinstanz zu Lasten der in der Sache unterliegenden Zivilpartei zu gewähren, die in Ermangelung jeder Rechtsmitteleinlegung seitens der Staatsanwaltschaft oder des Angeklagten Berufung gegen ein Urteil, mit dem ihre Klage für unzulässig erklärt wurde, nachdem der Angeklagte auf die Strafverfolgung hin verurteilt worden war, eingelegt hat, verstößt Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der ...[+++]

In zoverre het de strafrechter niet toestaat aan de beklaagde een rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep toe te kennen ten laste van de in het ongelijk gestelde burgerlijke partij die, bij ontstentenis van enig beroep van het openbaar ministerie of van de beklaagde, hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, schendt artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


Der Staatsrat befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 23 Absatz 3 Nr. 4 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 1 und 10a der Richtlinie 85/337/EWG über die Umweltverträglichkeitsprüfung bei bestimmten öffentlichen und privaten Projekten, insofern die darin vorgesehene Sanktion der Aussetzung und die Möglichkeit der Regularisierung innerhalb einer vom Richter festgelegten Frist, bevor die Klage für unzulässig erklärt w ...[+++]erden könne, nur Anwendung fände, wenn eine der in B.2 erwähnten Formalitäten nicht eingehalten worden sei.

De Raad van State ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, 4°, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 1 en 10bis van de richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, doordat de erin vervatte sanctie van opschorting en mogelijkheid tot regularisatie binnen een door de rechter bepaalde termijn, alvorens de vordering onontvankelijk kan worden verklaard, slechts geldt wanneer een van de in B.2 vermelde formaliteit ...[+++]


Folglich können die im angefochtenen Artikel 133/50 §§ 4 und 5 des Dekrets vom 18. Mai 1999 festgelegten Zulässigkeitsbedingungen, insofern sie dazu führen, dass eine Beschwerde beim Ständigen Ausschuss für unzulässig erklärt wird, das Recht auf Zugang zu einem Richter, nämlich dem Rat für Genehmigungsstreitsachen, einschränken.

Bijgevolg kunnen de in het bestreden artikel 133/50, §§ 4 en 5, van het decreet van 18 mei 1999 bepaalde ontvankelijkheidsvereisten, in zoverre ze ertoe leiden dat een beroep bij de deputatie onontvankelijk wordt verklaard, het recht op toegang tot een rechter, namelijk de Raad voor vergunningsbetwistingen, beperken.


« 1) Verstösst das wallonische Dekret vom 6. Februar 2003 zur Abänderung des Dekrets vom 5. Juni 1997 über die Altersheime, Seniorenwohnungen und Tagesstätten für Betagte sowie zur Gründung des ' Conseil wallon du troisième âge ' (Wallonischer Rat für Senioren), veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 12. März 2003 und an diesem Datum in Kraft getreten, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Artikel 3, 27 und 28 dieses Dekrets dazu führen, dass die vor dessen Inkrafttreten erhobene Nichtigkeitsklage gegen einen Verweigerungsbeschluss im Anschluss an einen Antrag auf grundsätzliche Zustimmung zur Erweiterung eines A ...[+++]

« 1) Schendt het Waalse decreet van 6 februari 2003 tot wijziging van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de ' Conseil wallon du troisième âge ' (Waalse Raad voor de Derde Leeftijd), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 12 maart 2003 en op die datum in werking getreden, niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, met de artikelen 3, 27 en 28 ervan, tot gevolg heeft dat een beroep tot vernietiging van een weigeringsbeslissing genomen ten aanzien van een verzoek om beginselakkoord betreffende een uitbreiding van een rustoord, ingesteld vóór de inwerkingtreding ervan, bij gebrek aan belang onontv ...[+++]


1. Verstösst das wallonische Dekret vom 6. Februar 2003 zur Abänderung des Dekrets vom 5. Juni 1997 über die Altersheime, Seniorenwohnungen und Tagesstätten für Betagte sowie zur Gründung des ' Conseil wallon du troisième âge ' (Wallonischer Rat für Senioren), veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 12. März 2003 und an diesem Datum in Kraft getreten, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Artikel 3, 27 und 28 dieses Dekrets dazu führen, dass die vor dessen Inkrafttreten erhobene Nichtigkeitsklage gegen einen Verweigerungsbeschluss im Anschluss an einen Antrag auf grundsätzliche Zustimmung zur Erweiterung eines Alt ...[+++]

1. Schendt het Waalse decreet van 6 februari 2003 tot wijziging van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de ' Conseil wallon du troisième âge ' (Waalse Raad voor de Derde Leeftijd), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 12 maart 2003 en op die datum in werking getreden, niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, met de artikelen 3, 27 en 28 ervan, tot gevolg heeft dat een beroep tot vernietiging van een weigeringsbeslissing genomen ten aanzien van een verzoek om beginselakkoord betreffende een uitbreiding van een rustoord, ingesteld vóór de inwerkingtreding ervan, bij gebrek aan belang onontv ...[+++]


Durch sein Urteil Nr. 28/97 vom 6. Mai 1997 habe der Hof die Klage auf einstweilige Aufhebung für unzulässig erklärt, insofern sie durch die zweite klagende Partei eingereicht worden sei, da diese als Vereinigung ohne Erwerbszweck den Bedingungen bezüglich der Veröffentlichung im Sinne des Gesetzes vom 27. Juni 1921 über die Vereinigungen ohne Erwerbszweck (VoE) nicht entspreche.

Bij zijn arrest nr. 28/97 van 6 mei 1997 heeft het Hof de vordering tot schorsing niet-ontvankelijk verklaard in zoverre zij was ingesteld door de tweede verzoekende partij, nu deze als vereniging zonder winstoogmerk niet voldeed aan de publicatievereisten van de wet van 27 juni 1921 op de verenigingen zonder winstoogmerk (hierna : v.z.w.-wet).




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'unzulässig erklärt insofern' ->

Date index: 2023-05-06
w