(6) Wird eine Partie mit Waren bei der Einfuhr aus einem Drittland als nicht normgerecht beanstandet, so meldet die koordinierende Behörde des betreffenden Mitgliedstaats diese Beanstandung unverzüglich der Kommission und den koordinierenden Behörden der mutmaßlich betroffenen Mitgliedstaaten, die die erforderliche Weiterleitung dieser Informationen auf ihrem Hoheitsgebiet veranlassen.
6. Wanneer bij invoer uit een derde land een partij goederen niet conform de normen wordt bevonden, stelt de coördinerende autoriteit van de betrokken lidstaat de Commissie en de coördinerende autoriteiten van de lidstaten die daarmee te maken kunnen krijgen, onverwijld daarvan in kennis en deze laatste autoriteiten zorgen op hun grondgebied voor de nodige verspreiding van de informatie.