Vertaling van "unverhältnismässiger diskriminierender " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

diskriminierende Gepflogenheit | diskriminierende Methode | diskriminierende Praktik | diskriminierendes Verfahren
discriminerende praktijk

unverhältnismässig hoher Verwaltungsaufwand
onevenredige administratieve lasten

diskriminierende Handlung
daad van discriminatie

diskriminierende Tat
feit van discriminatie

diskriminierende Behandlung
discriminatoire praktijk

diskriminierender Preis
discriminerende prijs

Wettbewerbsbeschränkung [ diskriminierende Handelspraktiken | missbräuchliche Handelspraktiken | restriktive Handelspraktiken | unerlaubter Wettbewerb | unlautere Handelspraktiken | unlauterer Wettbewerb | unvollkommene Konkurrenz | unvollkommener Wettbewerb | verfälschter Wettbewerb | Wettbewerbsverzerrung | wettbewerbswidrige Praktiken ]
concurrentiebeperking [ concurrentievervalsing | discriminerende handelspraktijk | oneerlijke concurrentie | oneerlijke handelspraktijk | ongeoorloofde concurrentie | onvolkomen concurrentie | onzuivere concurrentie | restrictieve handelspraktijk | wederrechtelijke handelspraktijk ]

Kampf gegen die Diskriminierung [ diskriminierende Behandlung ]
bestrijding van discriminatie [ discriminatie | discriminerende behandeling ]

diskriminierender Preis [ differenzierter Preis ]
discriminerende prijs [ prijsverschillen ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

In diesem Fall sind die fraglichen Bestimmungen diskriminierend, insofern dadurch die beiden in B.2 beschriebenen Kategorien von Erben auf identische Weise behandelt werden, und können sie in Bezug auf die zweite Kategorie das Eigentumsrecht auf unverhältnismässige Weise verletzen.
In dat geval zijn de in het geding zijnde bepalingen discriminerend in zoverre zij de twee in B.2 beschreven categorieën van erfgenamen op identieke wijze behandelen en kunnen zij, met betrekking tot de laatstgenoemde categorie, op onevenredige wijze afbreuk doen aan het eigendomsrecht.

Aus dem Vorstehenden geht hervor, dass die fragliche Bestimmung, auch wenn sie an sich nicht diskriminierend ist, zum Nachteil der in B.7 angegebenen Kategorien von Steuerpflichtigen unverhältnismässige Folgen haben kann, die nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sind.
Uit wat voorafgaat volgt dat, ofschoon de in het geding zijnde bepaling op zich niet discriminerend is, zij, ten nadele van de in B.7 vermelde categorie van belastingplichtigen, onevenredige gevolgen kan hebben die niet bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Der Ministerrat führt an, die klagenden Parteien wiesen in ihrer Darlegung der aus dem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung abgeleiteten Klagegründe nicht nach, dass die geltend gemachten Behandlungsunterschiede diskriminierend seien, und sie wiesen ebenfalls nicht nach, dass diese Unterschiede unverhältnismässig nachteilige Folgen hätten.
De Ministerraad werpt op dat bij de uiteenzetting van de middelen die zijn afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door de verzoekende partijen niet wordt aangetoond dat de aangevoerde verschillen in behandeling discriminerend zouden zijn en dat door hen evenmin het bewijs wordt geleverd dat die verschillen onevenredig nadelige gevolgen zouden hebben.

Diese Bestimmung schränke auf unverhältnismässige die Grundrechte der « Sammler » ein, indem sie ihre Freiheit, sich mit Waffen fortzubewegen, selbst ohne Munition, auf diskriminierende Weise begrenze.
Die bepaling zou de fundamentele rechten van de « verzamelaar » op onevenredige wijze beknotten door diens vrijheid om zich te verplaatsen met wapens, zelfs zonder munitie, op discriminerende wijze te beperken.

Da die klagenden Parteien den Verstoss gegen die vorgenannten Grundsätze nicht als autonomen Prüfungsgrund anführen, sondern eine Verletzung derselben als unverhältnismässige und demzufolge diskriminierende Folgen der angefochtenen Bestimmungen bewerten, ist der Hof dafür zuständig, über die Klage, bei der ein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung geltend gemacht wird, zu befinden.
Nu de verzoekende partijen de schending van de voormelde beginselen niet als autonome toetsingsgrond aanvoeren, maar een inbreuk erop als onevenredige en bijgevolg discriminerende gevolgen van de bestreden bepalingen aanmerken, is het Hof bevoegd om kennis te nemen van het beroep waarin een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wordt aangevoerd.