21. unterstreicht die Kernaussage der Kommission, wonach die Regulierung vereinfacht werden muss, um die immer noch geringe Wettbewerbsfähigkeit der neuen Mitgliedstaaten zu erhalten, und vertritt die Auffassung, dass dieser Ruf nach einer Lockerung der gesetzlichen Auflagen für alle EU-Staaten gelten sollte, wenn die Wettbewerbsfähigkeit insgesamt verbessert und ein reales Beschäftigungswachstum sichergestellt werden sollen;
21. legt de nadruk op de voornaamste conclusie van de Commissie, namelijk dat de regelgeving moet worden vereenvoudigd om de nog broze concurrentiepositie van de nieuwe lidstaten op peil te houden en is van mening dat dit pleidooi voor een geringere wetgevingsdruk voor alle lidstaten moet gelden, ter versterking van het algemene concurrentievermogen en verzekering van een reële groei van de werkgelegenheid;
