In der faktischen Anerkennung der geltenden gemeinsamen Werte müssen auch die sozialen Grundrechte, deren Charakter sich eigentlich nicht von dem der anderen Rechte unterscheidet, Platz finden: das Recht auf Vereinigungsfreiheit; die Grundrechte auf Leben und auf Sicherheit in den Arbeitsstätten; das Recht auf Bildung, das niemals so wichtig war wie heute, wo es darum geht, Entwicklung, Beschäftigung und Wettbewerbsfähigkeit auf dem globalen Markt zu gewährleisten.
Op de lijst van de heersende en algemeen aanvaarde rechten moet ook plaats worden ingeruimd voor de fundamentele sociale rechten die qua aard niet afwijken van de andere rechten. Ik denk bijvoorbeeld aan het recht op vrije vakvereniging, aan het grondrecht op leven, aan het recht op veiligheid op de plek van het werk, aan het recht op scholing, dat meer dan ooit van doorslaggevend belang is voor de ontwikkeling, de werkgelegenheid en het mededingingsvermogen op de wereldmarkt.