3. Erleichterung der Überprüfung durch die zuständigen Behörden des ersuchenden Mitgliedstaats, ob der betreffende Gegenstand ein Kulturgut darstellt, sofern die Überprüfung innerhalb von sechs Monaten nach der Unterrichtung gemäß Nummer 2 erfolgt.
3° de bevoegde autoriteiten van de verzoekende lidstaat gedurende een termijn van zes maanden na de kennisgeving bedoeld in de bepaling onder 2°, de gelegenheid geven na te gaan of het betrokken goed een cultuurgoed is.