Der Gesetzgeber wollte mit der Festlegung der Priorität innerbetrieblicher Präventionsdienste gegenüber außerbetrieblichen Präventionsdiensten [25] sicherstellen, dass Unternehmen, die über innerbetriebliche Schutz- und Präventionsdienste verfügen, diese weiterhin einsetzen können, während den anderen Unternehmen die Möglichkeit geboten werden sollte, entsprechende außerbetriebliche Fachdienste hinzuzuziehen.
Bij het instellen van de regel dat het gebruik van een interne preventiedienst voorrang op dat van een externe preventiedienst [25] was het de bedoeling van de wetgever dat ondernemingen die reeds interne beschermings- en preventiediensten hadden, deze konden houden en dat bedrijven die niet over dergelijke diensten beschikten, toegang konden krijgen tot hoogwaardige beschermings- en preventiediensten.