Der Kläger, der zur Untermauerung seines Interesses an der Klageerhebung seine Eigenschaft als Kulturinspektor der Französischen Gemeinschaft geltend macht, stützt den zweiten Teil des ersten Klagegrunds sowie die ersten zwei Klagegründe auf eine Auslegung von Artikel 5 und 6 des Dekrets, wonach diese Bestimmungen auch auf die Mitglieder der Verwaltung anwendbar wären, die als Privatpersonen Mitglieder des Verwaltungsrates einer im Dekret genannten VoG seien.
De verzoeker, die zijn hoedanigheid van inspecteur voor de cultuur bij de Franse Gemeenschap aanvoert tot staving van zijn belang om in rechte te treden, baseert het tweede onderdeel van het eerste middel alsook de twee andere middelen op een interpretatie van de artikelen 5 en 6 van het decreet volgens welke die bepalingen ook van toepassing zouden zijn op de leden van de administratie die als privé-persoon zitting hebben in de raad van bestuur van een v.z.w. bedoeld in het decreet.