Im vorliegenden Fall geht es um das Fehlen einer Ubergangsregelung, das dem in B.2 angeführten Behandlungsunterschied zugrunde liegen würde; da der Gesetzgeber eine solche Ubergangsregelung nicht vorgesehen hat und Artikel 301 § 7 des Zivilgesetzbuches keine zwingende Bestimmung ist - die Parteien können seine Anwendung ausschliessen -, unterliegen die vor dem Inkrafttreten der neuen Bestimmung gültig geschlossenen Vereinbarung weiterhin der früheren Gesetzgebung; Unterhaltsgeld, das gegebenenfalls in diesen « früheren » Vereinbarungen vorgesehen war, kann folglich nur angepasst werden, wenn die Parteien es vorgesehen haben, während umge
kehrt die « neuen » Unterhaltsgelder anpassbar sind ...[+++], ausser wenn diese Möglichkeit durch die Parteien ausdrücklich ausgeschlossen wurde.Te dezen is het de ontstentenis van een overgangsregeling die in het geding is en waarin het in B.2 aangegeven verschil in behande
ling zijn oorsprong vindt : aangezien de wetgever niet in een dergelijke overgangsregeling heeft voorzien en rekening houdend met het feit dat artikel 301, § 7, van het Burgerlijk Wetboek geen dwingende bepaling is - de partijen kunnen de toepassing ervan uitsluiten -, blijven de vóór de inwerkingtreding van die nieuwe bepaling op geldige wijze gesloten overeenkomsten geregeld door de vroegere wetgeving : de onderhoudsuitkering die in voorkomend geval door die « vroegere » overeenkomsten is vastgelegd, kan der
...[+++]halve alleen worden herzien indien de partijen daarin hebben voorzien, terwijl, in het tegenovergestelde geval, de « nieuwe » onderhoudsuitkeringen herzienbaar zijn, behalve indien die mogelijkheid door de partijen is uitgesloten.