136. erinnert daran, dass Korruption eine Bedrohung für eine gleichberechtigte Ausübung der Menschenrechte ist und dass sie demokratische Prozesse wie die Rechtsstaatlichkeit und eine gerechte Rechtspflege untergräbt; erinnert ferner daran, dass die EU die ausschließliche Zuständigkeit für die Unterzeichnung des Übereinkommens der Vereinten Nationen gegen Korruption (UNCAC) beansprucht;
136. herinnert eraan dat corruptie een bedreiging vormt voor het uitoefenen van gelijke mensenrechten, en democratische processen zoals de rechtsstaat en een eerlijke rechtsbedeling ondermijnt; herinnert er ook aan dat de EU exclusieve bevoegdheid heeft opgeëist voor de ondertekening van het VN-Verdrag tegen corruptie (UNCAC);