Traduction de «universitäten nunmehr » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Reifezeugnis - Berechtigung zur Immatrikulation an Universitäten und Hochschulen
bekwaamheidsdiploma dat toegang verleent tot het hoger onderwijs

Abschlusszeugnis der Oberstufe des Sekundarunterrichts (élément) | Berechtigung zur Immatrikulation an Universitäten und Hochschulen (élément)
Diploma van bekwaamheid voor toegang tot het hoger onderwijs (élément)

Netz von Universitäten der europäischen Hauptstädte
netwerk van universiteiten van de Europese hoofdsteden

Netz von Universitäten der Hauptstädte der Regionen
netwerk van universiteiten van de regionale hoofdsteden

Kooperation zwischen europäischen Universitäten und solchen in außergemeinschaftlichen Mittelmeerländern | MED-CAMPUS [Abbr.]
samenwerking tussen universiteiten in Europa en in landen in het Middellandse-Zeegebied | MED-CAMPUS [Abbr.]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Nach nur zehn Jahren – nunmehr sind bereits zwanzig Jahre vergangen – haben wir einen europäischen Hochschulbereich, das wohl bekannteste Programm sowie zahlreiche Neuerungen und eine größere Offenheit an unseren Universitäten.
Na tien jaar – inmiddels twintig jaar – hebben we een Europese ruimte van hoger onderwijs. Dit is het populairste programma en we zien veel modernisering en openheid op onze universiteiten.

Artikel 130 § 1 des Universitätsdekrets vom 12. Juni 1991, der durch Nr. 1 von Artikel 160 des Strukturdekrets abgeändert wird, betrifft im übrigen nur eine Aufzählung der Elemente, aus denen sich der Funktionszuschuss der Universitäten - nunmehr auch für die Jahre 2005 und 2006 - zusammensetzt, und weist keinen Zusammenhang mit den von der klagenden Partei vorgebrachten Beschwerden auf.
Artikel 130, § 1, van het universiteitendecreet van 12 juni 1991, dat door het 1° van artikel 160 van het structuurdecreet wordt gewijzigd, heeft overigens enkel betrekking op een opsomming van de componenten waaruit de werkingsuitkering aan de universiteiten - thans ook voor de jaren 2005 en 2006 - bestaat en houdt geen verband met de grieven die door de verzoekende partij worden geformuleerd.

Universitäten sind nunmehr an der Entwicklung und Nutzung von Forschungsergebnissen beteiligt.
De universiteiten zijn partners geworden in de technologische ontwikkeling en oogsten ook de vruchten van hun onderzoek.

Gesprächen mit nichteuropäischen Partnern entnehme ich, dass Erasmus einen hohen Bekanntheitsgrad genießt, insbesondere da Erasmus Mundus nunmehr als wettbewerbsfähiges Instrument angesehen wird, das von europäischen Universitäten eingesetzt wird, um intern und extern am europäischen Bild etwas zu verändern.
Als ik met partners van buiten Europa spreek, merk ik dat Erasmus algemeen bekend is, vooral nu Erasmus Mundus wordt gezien als een vergelijkend instrument dat bij Europese universiteiten in gebruik is voor een intern en extern onderscheid ten aanzien van het beeld van Europa.

Das hat dazu geführt, dass der Frage sowohl von seiten des öffentlichen Sektors als auch von seiten der Privatwirtschaft nunmehr größere Aufmerksamkeit zuteil wird, was wiederum ein wichtiger Ausgangspunkt für die Verbesserung der Voraussetzungen für die Nutzung von Inhalten mit einem hohen erzieherischen, kulturellen, sozialen und fachlichen Mehrwert sowie für die Entwicklung neuer Multimedia-Produkte und -Dienste (digitale Bibliotheken und Archive, erzieherische und kulturelle Multimedia-Produkte, Vernetzung von kulturellen Institutionen und Universitäten, Surfen in virtuellen Sammlungen, Entwicklung des virtuellen Tourismus, berufliche Bildung und lebensbegleitender Fernunterricht) in Europa sein könnte.
Deze discussie heeft bijgedragen tot bewustmaking op dit gebied bij partijen uit de openbare en particuliere sector en kan een belangrijke basis zijn voor het verbeteren van de voorwaarden in Europa voor de exploitatie van inhoud met grote toegevoegde waarde, op het terrein van onderwijs, cultuur, maatschappij en beroep en de ontwikkeling van nieuwe goederen en multimediadiensten (digitale bibliotheken en archieven, educatieve en culturele multimediaproducten, zich op het net begeven van culturele instellingen en universiteiten, surfen in virtuele verzamelingen, ontwikkeling van virtueel toerisme, beroepsopleiding en permanente scholing op afstand) .

2. Verstösst Artikel 75 Absatz 2 des Dekrets vom 12. Juni 1991 bezüglich der Universitäten in der Flämischen Gemeinschaft gegen die durch die Artikel 10, 11 und 24 der Verfassung gewährleistete Gleichheit und Nichtdiskriminierung, soweit der vorgenannte Artikel unterscheidet zwischen einem Mitglied des akademischen Personals, dessen sonstige gegen Entgelt ausgeübte Tätigkeiten in einer von der Flämischen Regierung festgelegten Liste erwähnt sind, so dass sein Auftrag ohne Rücksicht auf dessen Umfang und somit auch dann, wenn es sich dabei nicht um mehr als zwei halbe Tage in der Woche handelt, von Amts wegen nunmehr als Teilzeitauftrag gilt, einerseits und einem Mitglied des akademischen Personals, dessen sonstige gegen Entgelt ausgeübte Tätigkeiten ohne Rücksicht auf ihren Umfang, allerdings unter der Voraussetzung, dass sie nicht in der vorgenannten Liste erwähnt sind, nicht mehr als zwei halbe Tage in der Woche beanspruchen, so dass er seinen Auftrag weiterhin als Vollzeitauftrag ausüben kann?
2. Schendt artikel 75, tweede lid, van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, de door de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet gewaarborgde gelijkheid en het verbod van discriminatie in zoverre in voornoemd artikel een onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds een lid van het academisch personeel wiens andere bezoldigde activiteiten voorkomen op een lijst vastgesteld door de Vlaamse regering zodat zijn opdracht, ongeacht de omvang ervan en dus ook indien die omvang twee halve dagen per week niet overschrijdt, ambtshalve deeltijds wordt en anderzijds een lid van het academisch personeel wiens andere bezoldigde activiteiten, ongeacht de aard ervan doch op voorwaarde dat ze niet op voormelde lijst voorkomen, de omvang van twee halve dagen per week niet overschrijdt [lees : overschrijden] zodat hij zijn opdracht voltijds kan blijven uitoefenen ?

2. Verstösst Artikel 75 Absatz 2 des Dekrets vom 12. Juni 1991 bezüglich der Universitäten in der Flämischen Gemeinschaft gegen die durch die Artikel 10, 11 und 24 der Verfassung gewährleistete Gleichheit und Nichtdiskriminierung, soweit der vorgenannte Artikel unterscheidet zwischen einem Mitglied des akademischen Personals, dessen sonstige gegen Entgelt ausgeübte Tätigkeiten in einer von der Flämischen Regierung festgelegten Liste erwähnt sind, so dass sein Auftrag ohne Rücksicht auf dessen Umfang und somit auch dann, wenn es sich dabei nicht um mehr als zwei halbe Tage in der Woche handelt, von Amts wegen nunmehr als Teilzeitauftrag gilt, einerseits und einem Mitglied des akademischen Personals, dessen sonstige gegen Entgelt ausgeübte Tätigkeiten ohne Rücksicht auf ihren Umfang, allerdings unter der Voraussetzung, dass sie nicht in der vorgenannten Liste erwähnt sind, nicht mehr als zwei halbe Tage in der Woche beanspruchen, so dass er seinen Auftrag weiterhin als Vollzeitauftrag ausüben kann?
2. Schendt artikel 75, tweede lid, van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, de door de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet gewaarborgde gelijkheid en het verbod van discriminatie in zoverre in voornoemd artikel een onderscheid wordt gemaakt tussen, enerzijds, een lid van het academisch personeel wiens andere bezoldigde activiteiten voorkomen op een lijst vastgesteld door de Vlaamse regering zodat zijn opdracht, ongeacht de omvang ervan en dus ook indien die omvang twee halve dagen per week niet overschrijdt, ambtshalve deeltijds wordt en, anderzijds, een lid van het academisch personeel wiens andere bezoldigde activiteiten, ongeacht de aard ervan doch op voorwaarde dat ze niet op voormelde lijst voorkomen, de omvang van twee halve dagen per week niet overschrijdt [lees : overschrijden] zodat hij zijn opdracht voltijds kan blijven uitoefenen ?

Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Rufin GRIJP Minister für Wirtschaft der Region Brüssel Hauptstadt Dänemark Herr Frank JENSEN Minister für Forschung Deutschland Herr Gebhard ZILLER Staatssekretär, Bundesministerium für Forschung und Technologie Griechenland Herr Constantin SIMITIS Minister für Industrie, Technologie und Energie Spanien Herr Emilio OCTAVIO de TOLEDO Staatssekretär für Hochschule und Forschung Frankreich Herr François FILLON Minister für Hochschule und Forschung Irland Herr Patrick RABBITTE Staatsminister mit besonderer Zuständigkeit für Handel, Wissenschaft und Technologie Italien Herr Giorgio SALVINI Minister für Universitäten sowie wissenschaftliche und technologische Forschung Luxemburg Frau Erna HENNICOT-SCHOEPGES Ministerin für Bildung Niederlande Herr Adianus NUIS Staatssekretär für Bildung, Kultur und Wissenschaft Österreich Herr Rudolf SCHOLTEN Bundesminister für Unterricht und Kunst Portugal Herr Luis VALENTE de OLIVEIRA Minister für Planung und Raumordnung Herr Manuel FERNANDES THOMAZ Staatssekretär für Wissenschaft und Technologie Finnland Herr Seppo KÄÄRIÄINEN Minister für Handel und Industrie Schweden Herr Carl THAM Minister für Bildung und Wissenschaft Vereinigtes Königreich Herr David BOSTOCK Stellvertreter des Ständigen Vertreters Frau Edith CRESSON Mitglied FORSCHUNG UND TECHNOLOGISCHE ENTWICKLUNG: KOORDINIERUNG DURCH ZUSAMMENARBEIT Nachdem die diesbezügliche Mitteilung der Kommission auf der Dezember-Tagung kurz erläutert worden war, hatte der Rat nunmehr eine Orientierungsaussprache über die Frage einer engeren Koordinierung der gemeinschaftlichen Forschung durch eine bessere politische Zusammenarbeit der Mitgliedstaaten.
De Regeringen van de Lid-Staten waren als volgt vertegenwoordigd : België de heer Rufin GRIJP Minister van Economie van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering Denemarken de heer Frank JENSEN Minister van Onderzoek Duitsland de heer Gebhard ZILLER Staatssecretaris van Onderzoek en Technologie Griekenland de heer Constantin SIMITIS Minister van Industrie, Onderzoek en Technologie Spanje de heer Emilio OCTAVIO de TOLEDO Staatssecretaris van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Frankrijk de heer François FILLON Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Ierland de heer Patrick RABBITTE Onderminister van Handel, Wetenschap en Technologie Italië de heer Giorgio SALVANI Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Technologie Luxemburg mevrouw Erna HENNICOT- SCHOEPGES Minister van Onderwijs Nederland de heer Adrianus NUIS Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Kunst Oostenrijk de heer Rudolf SCHOLTEN Minister van Onderwijs en Kunst Portugal de heer Luis VALENTE de OLIVEIRA Minister van Planning en van Landsbeheer de heer Manuel FERNANDES THOMAZ Staatssecretaris van Wetenschappen en Technologie Finland de heer Seppo KÄÄRIÄINEN Minister van Handel en Industrie Zweden de heer Carl THAM Minister van Onderwijs en Wetenschappen Verenigd Koninkrijk de heer David BOSTOCK Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Commissie mevrouw Edith CRESSON Lid ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING : COÖRDINATIE DOOR SAMENWERKING Na een korte inleiding bij de mededeling van de Commissie over dit onderwerp, tijdens zijn zitting van december, heeft de Raad een oriënterend debat gehouden over de kwestie van een nauwere coördinatie van het communautaire onderzoek door betere samenwerking tussen de Lid-Staten inzake het nationale beleid.