5. erinnert daran, dass jeder Vorschlag, der nicht auf die Stärkung des Rechts auf Freizügigkeit der Unionsbürger abzielt, Geist und Buchstaben der Verträge sowie des Besitzstands der Union widersprechen und eine der Säulen der Unionsbürgerschaft beschädigen würde;
5. herinnert eraan dat elk voorstel dat zich niet zou richten op de vergroting van de vrijheid van verkeer van de burgers van de EU in conflict zou komen met de letter en geest van de Verdragen en het acquis communautaire en zo een van de pijlers van het burgerschap van de EU zou raken;
