Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "union verstoße insofern diese bestimmung " (Duits → Nederlands) :

Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 127 des Hochschuldekrets gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung und die Charta der Grundrechte der Europäischen Union verstoße, insofern diese Bestimmung es erlaube, dass die Einstellung von Teilzeitgastprofessoren unbegrenzt verlängert werden könne, wodurch es bei der Beendigung eines befristeten Vertrags auch dann, wenn für einen Zeitraum von mehr als drei Jahren Verträge abgeschlossen würden, keinen Anspruch auf eine Entlassungsentschädigung gebe, während bei Arbeitnehmern, die im Rahmen ...[+++]

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 127 van het Hogescholendecreet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie schendt, in zoverre die bepaling toelaat dat de aanstelling van deeltijdse gastprofessoren onbeperkt kan worden verlengd, waardoor er bij het beëindigen van een overeenkomst voor bepaalde tijd, zelfs indien er voor een periode van meer dan drie jaar overeenkomsten werden afgesloten, geen recht is op een opzeggingsvergoeding, terwijl werknemers die tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst die geregeld wordt door de wet van 3 juli 1978 ...[+++]


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan stellt dem Gerichtshof die Frage, ob Artikel 19quater des Rechtsstatusdekrets gegen Artikel 129 § 2 der Verfassung verstoße, insofern diese Bestimmung im gesamten niederländischen Sprachgebiet anwendbar sei, einschließlich der Gemeinden mit besonderer Sprachenregelung.

Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen of artikel 19quater van het Rechtspositiedecreet, artikel 129, § 2, van de Grondwet schendt in zoverre die bepaling van toepassing is in het gehele Nederlandse taalgebied, met inbegrip van de gemeenten met een bijzonder taalstatuut.


Befragt wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 347-1 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung zur Folge habe, dass « eine neue einfache Adoption völlig unmöglich ist im Falle einer volljährigen Person mit einem auf einer Volladoption beruhenden Abstammungsverhältnis, wenn der Adoptierende verstorben ist, während bei einer volljährigen Person mit einem ursprünglichen Abstammungsverhältnis eine einfache Adoption immer möglich ist, und ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg zou hebben dat « een nieuwe gewone adoptie absoluut onmogelijk is van een meerderjarige persoon met een volle adoptieve afstammingsband, bij overlijden van de adoptant, daar waar bij een meerderjarige persoon met een oorspronkelijke afstammingsband een gewone adoptie steeds mogelijk is, zelfs wanneer diens beide ouders nog in leven zijn ».


In den Vorabentscheidungsfragen wird der Gerichtshof gefragt, ob Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern diese Bestimmung dem freigesprochenen Angeklagten und dem zivilrechtlich Haftenden eine Verfahrensentschädigung zu Lasten der Zivilpartei, die die Initiative zu einer direkten Ladung ergriffen habe und in der Sache unterliege, gewähre, aber weder dem in erster Instanz freigesprochenen Angeklagten noch dem zivilrechtlich Haftenden eine Verfahrensentschädigung zu Lasten der Zivilpartei, die nicht die Initiative zu ein ...[+++]

In de prejudiciële vragen wordt aan het Hof gevraagd of artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre die bepaling een rechtsplegingsvergoeding toekent aan de vrijgesproken beklaagde en aan de burgerrechtelijk aansprakelijke persoon, ten laste van de burgerlijke partij die rechtstreeks heeft gedagvaard en die in het ongelijk is gesteld, maar geen rechtsplegingsvergoeding toekent aan de in eerste aanleg vrijgesproken beklaagde noch aan de burgerrechtelijk aansprakelijke persoon, ten laste van de burgerlijke partij die niet rechtstreeks heeft gedagvaard ma ...[+++]


Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 342 § 3 des EStGB 1992 mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern diese Bestimmung steuerpflichtige Mindestbeträge einführe und dem Steuerpflichtigen die Möglichkeit versage, den willkürlichen Charakter der von der Steuerverwaltung durchgeführten Veranlagung nachzuweisen, während die anderen Steuerpflichtigen, die von Amts wegen, aber nicht auf der Grundlage der genannten Mindestbeträge besteuert würden, ...[+++]

De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 342, § 3, van het WIB 1992 met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre die bepaling belastbare minima invoert en de belastingplichtige de mogelijkheid ontzegt om het willekeurige karakter van de door de belastingadministratie gevestigde aanslag aan te tonen, terwijl de andere belastingplichtigen die ambtshalve zijn belast, maar niet op grond van die minima, die mogelijkheid wel genieten.


Befragt wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 31 des Gesetzes vom 31. Januar 2009 über die Kontinuität der Unternehmen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung die Durchführung von Pfändungen für aufgeschobene Schuldforderungen während des Aufschubs verbiete, ohne sich dabei auf die gesetzlichen Hypotheken der Steuerverwaltung zu beziehen, während diese - so der vorlegende Richter - faktisch die gleiche Wirkung der Unverfügbarkeit des Vermögens wie die Immobiliarsicherungspfändungen hätten und der Steuerverwaltung einen bevorrechtigten Rang verleihen würd ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 31 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (hierna : WCO) met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het verbiedt om tijdens de opschorting beslag te leggen voor schuldvorderingen in de opschorting, zonder de wettelijke hypotheken van de belastingadministratie te beogen, terwijl die, volgens de verwijzende rechter, in de feiten hetzelfde gevolg van onbeschikbaarheid van het vermogen zouden hebben als het bewarend beslag op onroerend goed en aan de belastingadministratie een prioritaire rang zouden verlenen terwijl de andere schuldeisers geen bewarend beslag op onroerend goed tijdens de opschorting zouden ...[+++]


Befragt wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 48 des Gesetzes vom 3. Juli 2005 « zur Abänderung bestimmter Aspekte des Statuts der Personalmitglieder der Polizeidienste und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen über die Polizeidienste » mit Artikel 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 17 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, insofern diese Bestimmung Ar ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, van artikel 48 van de wet van 3 juli 2005 « tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten », in zoverre die bepaling artikel 3 ...[+++]


Die zweite Vorabentscheidungsfrage in den Rechtssachen Nrn. 5640 und 5641 zielt darauf ab, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob der in B.1.2 zitierte Artikel 7 des Sondergesetzes vom 19. Juli 2012 mit den Artikeln 4, 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, « insofern diese Bestimmung dahingehend ausgelegt werden soll, dass bei der Nichternennung eines Bürgermeisters in einer der Randgemeinden nicht das Verhalten des Kandidaten während des Zeitraums vor dem Inkrafttreten dieses Sondergesetzes berücksichtigt werden kann, auch wenn dieses Verhalten noch immer aktuell und relevant ist, wenn ausdrücklich ...[+++]

De tweede prejudiciële vraag in de zaken nrs. 5640 en 5641 strekt ertoe van het Hof te vernemen of het in B.1.2 geciteerde artikel 7 van de bijzondere wet van 19 juli 2012 bestaanbaar is met de artikelen 4, 10 en 11 van de Grondwet, « in zoverre die bepaling moet worden geïnterpreteerd in die zin dat bij de niet-benoeming van een burgemeester in één van de randgemeenten géén rekening mag gehouden worden met het gedrag van de kandidaat in de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van die bijzondere wet, ook al is dat gedrag nog st ...[+++]


« Verstößt Artikel 7 des Sondergesetzes vom 19. Juli 2012 ' zur Abänderung des Gesetzes vom 9. August 1988 zur Abänderung des Gemeindegesetzes, des Gemeindewahlgesetzes, des Grundlagengesetzes über die öffentlichen Sozialhilfezentren, des Provinzialgesetzes, des Wahlgesetzbuches, des Grundlagengesetzes über die Provinzialwahlen und des Gesetzes zur Organisation von gleichzeitigen Wahlen für die gesetzgebenden Kammern und die Provinzialräte (des so genannten " Pazifizierungsgesetzes " ) und des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, was die Ernennung der Bürgermeister der Randgemeinden betrifft ' gegen die Artikel 4, 10 und 11 der Ve ...[+++]

« Worden de artikelen 4, 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 7 van de bijzondere wet van 19 juli 2012 ' houdende wijziging van de wet van 9 augustus 1988 tot wijziging van de gemeentewet, de gemeentekieswet, de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de provinciewet, het Kieswetboek, de wet tot regeling van de provincieraadsverkiezingen en de wet tot regeling van de gelijktijdige parlements- en provincieraadsverkiezingen (de zogenaamde " pacificatiewet " ) en van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, wat de benoeming van de burgemeesters van de randgemeente ...[+++]


Der vorlegende Richter fragt auch, ob Artikel 12 des Abfalldekrets in der Fassung vor seiner Abänderung durch Artikel 21 des Dekrets vom 22. April 2005 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, « indem diese Bestimmung in dermaßen weit gefasstem Sinne ausgelegt wird, dass zwei grundsätzlich verschiedene Situationen gleich behandelt werden, und zwar die Situation, in der eine Person Abfälle aktiv auf einem Gelände hinterlässt und sie nachher nicht vorschriftsmäßig beseitigt, einerseits und der Situation, in der eine Person selbst keine Abfälle aktiv hinterlassen hat, jedoch ohne vom Vorhandensein von Abfäl ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt ook of artikel 12 van het Afvalstoffendecreet, in de versie vóór de wijziging ervan bij artikel 21 van het decreet van 22 april 2005, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « in zoverre deze bepaling dermate ruim geïnterpreteerd wordt dat twee fundamenteel onderscheiden situaties gelijk worden behandeld, te weten de situatie waarin een persoon afvalstoffen actief achterlaat op een terrein en naderhand nalaat om deze afvalstoffen te verwijderen overeenkomstig de reglementering, enerzijds, en de situ ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'union verstoße insofern diese bestimmung' ->

Date index: 2021-07-09
w