22. betont, dass im Anschluss an diesen Beitritt die Zuständigkeit des EGMR bei der Beurteilung von Fragen, die unter die EMRK fallen, nicht auf der Grundlage der internen Struktur des EU-Rechts angefochten werden kann; unterstreicht ferner, dass sich die Zuständigkeit des EGMR nicht auf europäische Bürger oder auf den geografischen Bereich der Europäischen Union beschränken darf (beispielsweise im Falle von Missionen oder Delegationen);
22. onderstreept dat na de toetreding de bevoegdheden van het EHRM wat betreft de behandeling van zaken die onder het EVRM vallen niet meer zullen kunnen worden betwist op grond van de interne structuur van het EU-recht; beklemtoont tevens dat de bevoegdheden van het EHRM niet moeten worden beperkt tot Europese burgers of het geografische gebied van de Europese Unie (bijvoorbeeld in het geval van missies of delegaties);