Im vierten Teil des Klagegrunds wird eine durch Artikel 3 Nr. 3 vierter Gedankenstrich ins Leben gerufene Diskriminierung zwischen Staatenlosen und Personen unbestimmter Staatsangehörigkeit angeprangert.
In het vierde onderdeel van het middel wordt een discriminatie aangeklaagd die artikel 3, 3, vierde streepje, in het leven roept tussen de staatlozen en de personen van onbepaalde nationaliteit.