23. betont, dass Religionsfreiheit sowie Gedanken-, Gewissens- und Meinungsfreiheit in jeder Demokratie und Gesellschaft zentrale Bedeutung haben sollten, und erachtet dies als unabänderliche Priorität der Tätigkeit des UNHRC;
23. onderstreept dat godsdienstvrijheid en vrijheid van gedachten, geweten en meningsuiting centraal moeten staan in elke democratie en samenleving en ziet deze als punten waaraan bij de werkzaamheden van de VN-Mensenrechtenraad voortdurend prioriteit moet worden gegeven;