Das
erste Ergebnis der Auswertung der Berichte der Mitgliedstaaten in Bezug auf den erforderlichen Mindestanteil von 10 % gemäß Artikel 5 betrifft die durchschnittliche Sendezeit oder, je nachdem, wofür sich der Mitgliedstaat bei der Umsetzung der Richtlinie entschieden hat, das durchschnittliche Programmbudget [23], das fü
r europäische Werke unabhängiger [24] Produktionsfirmen reserviert ist: der durchschnittliche Anteil von Werken unabhängiger Produktionsfirmen, die von allen europäischen Kanälen in allen Mitgliedstaaten ausgestrahl
...[+++]t wurden, betrug 37,75 % im Jahr 2001 und 34,03 % im Jahr 2002, was einem Rückgang von 3,72 Prozentpunkten im Bezugszeitraum entspricht.
De eerste bevinding van de beoordeling van de verslagen van de lidstaten met betrekking tot het verplichte minimale aandeel van 10% betreft de gemiddelde zendtijd of, naargelang de door de lidstaat gemaakte keuze bij de omzetting van de richtlijn, het gemiddelde programmabudget [23] dat is gereserveerd voor Europese producties van onafhankelijke [24] producenten: het gemiddelde aandeel van door alle Europese kanalen in alle lidstaten uitgezonden producties van onafhankelijke producenten bedroeg 37,75% in 2001 en 34,03% in 2002, d.w.z. een daling met 3,72 procentpunt tijdens de referentieperiode.