Der GHA stellt fest, dass die klagenden Parteien nicht nachweisen würden, dass der Dekretgeber bezüglich der ausgleichenden Umweltmassnahmen unvernünftig weit gegangen sei und somit möglicherweise diskriminierende Massnahmen hinsichtlich der klagenden Parteien getroffen habe.
Het G.H.A. stelt vast dat de verzoekende partijen niet aantonen dat de decreetgever inzake de natuurcompenserende maatregelen onredelijk ver zou zijn gegaan en aldus mogelijk discriminatoire maatregelen zou hebben genomen ten aanzien van de verzoekende partijen.
