Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "umstand beim erlass " (Duits → Nederlands) :

eine Prüfung der Verhältnismäßigkeit beim Erlass von Entscheidungen über die gegenseitige Anerkennung auf der Grundlage aller relevanten Faktoren und Umstände, wie unter anderem der Schwere des begangenen Verstoßes, der Verhandlungsreife des Falls, der Auswirkungen auf die Rechte der gesuchten Person, einschließlich des Schutzes des Privat- und Familienlebens, der finanziellen Auswirkungen und der Verfügbarkeit einer angemessenen, weniger einschneidenden Alternativmaßnahme;

een evenredigheidscontrole bij het nemen van besluiten inzake wederzijdse erkenning, op basis van alle relevante factoren en omstandigheden zoals de ernst van de overtreding, of de zaak al dan niet gereed is voor berechting, de gevolgen voor de rechten van de verzochte persoon, met inbegrip van de bescherming van het privé- en gezinsleven, de financiële consequenties en de beschikbaarheid van een passende, minder indringende alternatieve maatregel;


Außerdem bestimmt Artikel 10 § 3 des vorerwähnten königlichen Erlasses, dass « der Arbeitnehmer spätestens am siebten Werktag nach dem Datum, an dem das Gespräch im Sinne von Paragraph 2 Absatz 1 stattgefunden hat oder vorgesehen war, schriftlich dem in Umstrukturierung befindlichen Arbeitgeber seine Entscheidung in Bezug auf den Umstand, ob er beim Beschäftigungsbüro eingetragen werden möchte oder nicht, mitteilt ».

Bovendien bepaalt artikel 10, § 3, van het voormelde koninklijk besluit dat « de werknemer [ .] uiterlijk de zevende werkdag volgend op de dag waarop het onderhoud bedoeld in § 2, eerste lid heeft plaatsgehad of was voorzien, schriftelijk aan de werkgever in herstructurering zijn beslissing [ meedeelt ] betreffende het feit of hij al dan niet wenst ingeschreven te worden bij de tewerkstellingscel ».


- die Rechtssicherheit der Käufer und Verkäufer von innerhalb des Wirkungsbereichs des ' Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant ' gelegenen unbeweglichen Gütern, insbesondere solchen, die in der Gemeinde Zemst gelegen sind, beeinträchtigt, da diese Käufer und Verkäufer beim Verkauf davon ausgehen konnten, dass das in Artikel 85 § 1 Absatz 2 Nr. 3 des flämischen Wohngesetzbuches erwähnte Vorkaufsrecht des besagten Investitionsfonds noch nicht wirksam geworden war, weil Artikel 1 des Erlasses der Flämischen Regi ...[+++]

- de rechtszekerheid van de kopers en verkopers van onroerende goederen gelegen binnen het werkgebied van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant, meer specifiek deze gelegen in de gemeente Zemst, in het gedrang brengt, nu die kopers en verkopers er bij de verkoop mochten vanuit gaan dat het recht van voorkoop van eerder genoemd Investeringsfonds, vermeld in artikel 85, § 1, tweede lid, 3° van de Vlaamse Wooncode, nog niet in werking was getreden, vermits artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2006 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende regeling ...[+++]


13. hält es für überaus wichtig, jeder unnötigen Ergänzung oder Verschärfung von Rechtsvorschriften durch die Mitgliedstaaten entgegenzuwirken; fordert die Kommission nachdrücklich auf, diesen Umstand beim Erlass von Rechtsvorschriften und Richtlinien zu berücksichtigen; vertritt energisch den Standpunkt, dass die Kommission eindeutig angeben sollte, welches die Mindestauflagen von Verordnungen und Richtlinien sind;

13. acht het zeer belangrijk om het onnodig creëren of aanvullen van wetgeving door de lidstaten tegen te gaan; doet een beroep op de Commissie om hiermee bij het uitvaardigen van verordeningen en richtlijnen rekening te houden; vindt ten stelligste dat de Commissie duidelijk moet aangeven welke de minimumeisen zijn die uit verordeningen en richtlijnen voortvloeien;


13. hält es für überaus wichtig, jeder unnötigen Ergänzung oder Verschärfung von Rechtsvorschriften durch die Mitgliedstaaten entgegenzuwirken; fordert die Kommission nachdrücklich auf, diesen Umstand beim Erlass von Rechtsvorschriften und Richtlinien zu berücksichtigen; vertritt energisch den Standpunkt, dass die Kommission eindeutig angeben sollte, welches die Mindestauflagen von Verordnungen und Richtlinien sind;

13. acht het zeer belangrijk om het onnodig creëren of aanvullen van wetgeving door de lidstaten tegen te gaan; doet een beroep op de Commissie om hiermee bij het uitvaardigen van verordeningen en richtlijnen rekening te houden; vindt ten stelligste dat de Commissie duidelijk moet aangeven welke de minimumeisen zijn die uit verordeningen en richtlijnen voortvloeien;


- die Rechtssicherheit der Käufer und Verkäufer von innerhalb des Wirkungsbereichs des 'Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant' gelegenen unbeweglichen Gütern, insbesondere solchen, die in der Gemeinde Zemst gelegen sind, beeinträchtigt, da diese Käufer und Verkäufer beim Verkauf davon ausgehen konnten, dass das in Artikel 85 § 1 Absatz 2 Nr. 3 des flämischen Wohngesetzbuches erwähnte Vorkaufsrecht des besagten Investitionsfonds noch nicht wirksam geworden war, weil Artikel 1 des Erlasses der Flämischen Regier ...[+++]

- de rechtszekerheid van de kopers en verkopers van onroerende goederen gelegen binnen het werkgebied van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant, meer specifiek deze gelegen in de gemeente Zemst, in het gedrang brengt, nu die kopers en verkopers er bij de verkoop mochten vanuit gaan dat het recht van voorkoop van eerder genoemd Investeringsfonds, vermeld in artikel 85, § 1, tweede lid, 3° van de Vlaamse Wooncode, nog niet in werking was getreden, vermits artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2006 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende regeling ...[+++]


(2) Mit dem Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften vom 7. September 2006 in der Rechtssache C-310/04 wurde Titel IV Kapitel 10a der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 des Rates wegen Verstoß gegen den Grundsatz der Verhältnismäßigkeit für nichtig erklärt, insbesondere aufgrund des Umstands, dass "der Rat, der Urheber der Verordnung (EG) Nr. 864/2004, vor dem Gerichtshof nicht belegt hat, dass er beim Erlass der mit dieser Verordnung eingeführten neuen Beihilferegelung für Baumwolle tatsächlich sein Er ...[+++]

(2) Bij arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2006 in zaak C-310/04 is hoofdstuk 10 bis van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wegens schending van het evenredigheidsbeginsel nietig verklaard, waarbij met name is gewezen op de omstandigheid dat "de Raad, die Verordening (EG) nr. 864/2004 heeft vastgesteld, voor het Hof niet heeft aangetoond dat hij bij de vaststelling van de bij die verordening ingestelde nieuwe steunregeling voor katoen zijn beoordelingsbevoegdheid daadwerkelijk heeft uitgeoefend, wat veronderstelde dat rekening werd gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van de situatie, waaronder de aan de katoenteelt verbonden loonkosten en het voortbestaan van de egrenerin ...[+++]


(2) Mit dem Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften vom 7. September 2006 in der Rechtssache C-310/04 wurde Titel IV Kapitel 10a der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 des Rates wegen Verstoß gegen den Grundsatz der Verhältnismäßigkeit für nichtig erklärt, insbesondere aufgrund des Umstands, dass "der Rat, der Urheber der Verordnung (EG) Nr. 864/2004, vor dem Gerichtshof nicht belegt hat, dass er beim Erlass der mit dieser Verordnung eingeführten neuen Beihilferegelung für Baumwolle tatsächlich sein Er ...[+++]

(2) Bij arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2006 in zaak C-310/04 is hoofdstuk 10 bis van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wegens schending van het evenredigheidsbeginsel nietig verklaard, waarbij met name is gewezen op de omstandigheid dat "de Raad, die Verordening (EG) nr. 864/2004 heeft vastgesteld, voor het Hof niet heeft aangetoond dat hij bij de vaststelling van de bij die verordening ingestelde nieuwe steunregeling voor katoen zijn beoordelingsbevoegdheid daadwerkelijk heeft uitgeoefend, wat veronderstelde dat rekening werd gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van de situatie, waaronder de aan de katoenteelt verbonden loonkosten en het voortbestaan van de egrenerin ...[+++]


Mit dem Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften vom 7. September 2006 in der Rechtssache C-310/04 (6) wurde Titel IV Kapitel 10a der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 des Rates wegen Verstoßes gegen den Grundsatz der Verhältnismäßigkeit für nichtig erklärt, und zwar insbesondere aufgrund des Umstands, dass „der Rat, der Urheber der Verordnung (EG) Nr. 864/2004, vor dem Gerichtshof nicht belegt hat, dass er beim Erlass der mit dieser Verordnung eingeführten neuen Beihilferegelung für Baumwolle tatsächl ...[+++]

Bij arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2006 in zaak C-310/04 (6) is hoofdstuk 10 bis van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wegens schending van het evenredigheidsbeginsel nietig verklaard, waarbij met name is gewezen op de omstandigheid dat „de Raad, die Verordening (EG) nr. 864/2004 heeft vastgesteld, voor het Hof niet heeft aangetoond dat hij bij de vaststelling van de bij die verordening ingestelde nieuwe steunregeling voor katoen zijn beoordelingsbevoegdheid daadwerkelijk heeft uitgeoefend, wat veronderstelde dat rekening werd gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van de situatie, waaronder de aan de katoenteelt verbonden loonkosten en het voortbestaan van de egrenerin ...[+++]


Der Umstand, dass die gesetzliche Bestätigung von Teil XII des angefochtenen königlichen Erlasses - der zum gleichen Zeitpunkt entstanden ist wie der neue Artikel 184 der Verfassung - zur Folge hat, dass Klagen beim Staatsrat gegen gewisse Bestimmungen dieses Teils XII des besagten Erlasses gegenstandslos geworden sind, kann die Verfassungsmässigkeit der fraglichen Bestimmungen nicht in Frage stellen.

Het feit dat de wettelijke bekrachtiging van deel XII van het in het geding zijnde koninklijk besluit - koninklijk besluit dat op hetzelfde ogenblik als het nieuwe artikel 184 van de Grondwet tot stand is gekomen - tot gevolg heeft dat beroepen voor de Raad van State tegen sommige bepalingen van dat deel XII van het voormelde besluit zonder voorwerp zijn geworden, is niet van dien aard dat het de grondwettigheid van de aangevochten bepalingen in het geding brengt.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'umstand beim erlass' ->

Date index: 2021-10-16
w