Traduction de «umgänglichkeit fähigkeit » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Umgänglichkeit
sociabiliteit

Reaktivität | Fähigkeit zu Reaktionen
reactiviteit | vermogen om te reageren

Desorientierung | mangelhafte Fähigkeit sich zu orientieren
desoriëntatie | verlies van besef voor tijd en ruimte

Kontraktilität | Fähigkeit zur Zusammenziehung
contractiliteit | vermogen zich te kunnen samentrekken

Fähigkeit
bekwaamheid

berufliche Fähigkeit
beroepsbevoegdheid

Fähigkeit (nom féminin) | Kompetenz (nom féminin)
competentie (nom féminin)

Fähigkeit zum ersten Atomschlag | Fähigkeit zum ersten Schlag
het vermogen de eerste klap uit te delen | het vermogen de eerste nucleaire klap uit te delen

Fähigkeit im Bereich Polizei | Fähigkeit im Bereich Zivilpolizei
burgerpolitievermogen

Fähigkeit zum zweiten Atomschlag | Fähigkeit zum zweiten Schlag | Zweitschlagfähigkeit
vermogen om een tegenaanval uit te voeren

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

6. Teamgeist und Umgänglichkeit (Fähigkeit des Beamten, im Hinblick auf das Erreichen eines gemeinsamen Zieles in einer Gruppe zu arbeiten und zur Aufrechterhaltung eines angenehmen Arbeitsklimas beizutragen).
6. Teamgeest en sociale vaardigheid (capaciteit van de ambtenaar om in groep te werken met het oog op de verwezenlijking van een gemeenschappelijke doelstelling en bij te dragen tot het behoud van een aangenaam arbeidsmilieu).

- Teamgeist und Umgänglichkeit (Fähigkeit des Bediensteten auf Probe, im Hinblick auf das Erreichen eines gemeinsamen Zieles in einer Gruppe zu arbeiten und zur Aufrechterhaltung eines angenehmen Arbeitsklimas beizutragen);
- - teamgeest en sociale vaardigheid (capaciteit van de stagiair om in groep te werken met het oog op de verwezenlijking van een gemeenschappelijke doelstelling en bij te dragen tot het behoud van een aangenaam arbeidsmilieu);

6. Teamgeist und Umgänglichkeit (Fähigkeit des/der Betroffenen, in einem Team zu arbeiten, um ein gemeinsames Ziel zu erreichen, und zur Wahrung eines angenehmen Arbeitsumfelds beizutragen).
6. Teamgeest en sociabiliteit (vermogen om in groep te werken met het oog op het halen van een gemeenschappelijke doelstelling en om bij te dragen tot de handhaving van een aangename omgeving).

- Teamgeist und Umgänglichkeit (Fähigkeit des Bediensteten auf Probe, im Hinblick auf das Erreichen eines gemeinsamen Zieles in einer Gruppe zu arbeiten und zur Aufrechterhaltung eines angenehmen Arbeitsklimas beizutragen).
- Teamgeest en sociale vaardigheid (capaciteit van de stagiair om in groep te werken met het oog op de verwezenlijking van een gemeenschappelijke doelstelling en bij te dragen tot het behoud van een aangenaam arbeidsmilieu).