Das Europäische Parlament hat in seiner Entschließung vom 14. März 2006 zu Standortverlagerungen im Zusammenhang mit der regionalen Entwicklung gefordert, dass Maßnahmen unternommen werden müssen, um dieser Art der Erpressung bezüglich des Arbeitsplatzes zu begegnen, die als „umgewandelte“ Standortverlagerung anzusehen ist, da sie eine Verschlechterung der Arbeitsbedingungen ohne Verlagerung des Standorts des Unternehmens zur Folge haben.
In zijn resolutie van 14 maart 2006 over bedrijfsverplaatsingen in de context van de regionale ontwikkeling drong het Europees Parlement aan op maatregelen tegen dit soort chantage met werkgelegenheid, die als "omgekeerde bedrijfsoverplaatsing" kan worden bestempeld omdat zij neerkomt op het importeren van slechtere arbeidsomstandigheden zonder verplaatsing van bedrijfsactiviteit.