Schliesslich führt die Wallonische Regierung an, dass die Wallonische Region bereit
s in Sachen Preisen tätig geworden sei durch Artikel 4 § 2 Nr. 3 des Dekrets vom 25. Oktober 1984 zur Errichtung der regionalen Wohnungsbaugesellschaft für Wallonien, ohne dass der Föderalstaat die Ausübung dieser Zuständigkeit angefochten habe; sie erkenne folglich nicht,
« warum es verboten wäre, die Weise der Anpassung des Preises für die Unterbringung oder die Aufnahme von Personen in Altersheimen zu regeln, wo doch ihre Zustän
...[+++]digkeit für die Wohnungspreise keineswegs angefochten wird ».
Ten slotte merkt de Waalse Regering op dat het Waalse Gewest reeds inzake prijzen heeft ingegrepen, bij artikel 4, § 2, 3°, van het decreet van 25 oktober 1984 tot instelling van de Waalse Regionale Maatschappij voor de Huisvesting, zonder dat de federale Staat de uitoefening van die bevoegdheid heeft betwist; zij ziet bijgevolg niet in « waarom het verboden zou zijn de aanpassingsmodaliteiten van de huisvestings- of opvangprijs voor personen in een rusthuis te reglementeren terwijl haar bevoegdheid inzake huisvestingsprijs geenszins wordt betwist ».