(1) Legt ein Fahrer, der ein Fahrzeug begleitet, das auf einem Fährschiff oder mit der Eisenbahn befördert wird, eine regelmäßige tägliche Ruhezeit ein, kann diese Ruhezeit abweichend von Artikel 9 höchstens zweimal durch andere Tätigkeiten unterbrochen werden, deren Dauer insgesamt eine Stunde nicht überschreiten darf.
1. In afwijking van artikel 9 mag, wanneer een bestuurder een normale dagelijkse rusttijd neemt terwijl hij een voertuig begeleidt dat per veerboot of trein wordt vervoerd, die rusttijd hooguit twee maal worden onderbroken door andere werkzaamheden die niet langer dan één uur duren.