Nach dem Trocknen wird die Scheibe mit einer Ammoniaklösung von mindestens 3 % und höchstens 10 % abgerieben, trocknen gelassen und mit einem trockenen Baumwolltuch abgewischt.
3.1.7. Het buitenoppervlak van de voorruit wordt grondig ontvet met methylalcohol of een gelijkwaardig ontvettingsmiddel. Na het drogen brengt men hierop een ammoniakoplossing van tenminste 3 % en ten hoogste 10 % aan; men laat de ruit drogen en wrijft het oppervlak af met een droge katoenen doek.