(3) Unabhängig von der Betriebsart erhalten die Eisenbahnunternehmen, die unter Artikel 2 fallen, für das Erbringen von Verkehrsleistungen im grenzüberschreitenden Frachtverkehr zu angemessenen Bedingungen den von ihnen angestrebten Zugang zu dem Transeuropäischen Schienengüternetz im Sinne des Artikels 10a und des Anhangs I und auf jeden Fall nach dem 15. März 2008 Zugang zu dem gesamten Netz.
3. Ongeacht hun exploitatiewijze krijgen spoorwegondernemingen die onder de werkingssfeer van artikel 2 vallen, onder billijke voorwaarden de door hen verlangde toegang tot het in artikel 10 bis en bijlage I gedefinieerde trans-Europese netwerk voor goederenvervoer per spoor en, in ieder geval na 15 maart 2008, tot het gehele netwerk, met het oog op de exploitatie van internationaal goederenvervoer.