Als vierten Klagegrund führen die klagenden Parteien einen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung an, weil das durch die angefochtenen Rechtsvorschriften eingeführte Verbot nicht für Tiergärten und Tierparks gelte, ohne dass hierfür eine vernünftige Rechtfertigung bestehe.
Als vierde middel voeren de verzoekende partijen de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat het door de bestreden wetgeving ingestelde verbod niet geldt voor dierentuinen en dierenparken, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat.