Um die Ausrüstung herum, in der die Zerstörung des nicht aufgewerteten Biogases vorgenommen werden kann, wird von dem Betreiber eine Umzäunung auf einer Entfernung installiert, über die hinaus die thermische Strahlung unter 6,4 kW/m liegt und deren Abstand von der Ausrüstung, in der die Zerstörung des nicht verwerteten Biogases vorgenommen werden kann, mindestens 5 Meter beträgt.
Om het niet gevaloriseerde biogas te kunnen vernietigen plaatst de exploitant een omheining rondom de uitrusting op een afstand waarbuiten de thermische radiatie kleiner is dan 6,4 kW/m en op minimum 5 meter van de uitrusting waarmee het niet gevaloriseerde biogas vernietigd kan worden.
