Das System funktioniert also „de facto“ so, dass kurz- und mittelfristig umfangreiche, dem schwankenden Charakter des Systems geschuldete Kursschwankungen und langfristig eine tendenzielle Stabilität verzeichnet werden, wobei letztere auf den langfristigen Einfluss der stabilen währungspolitischen Grundvoraussetzungen in den verschiedenen betroffenen Wirtschaften zurückzuführen sind.
Het systeem functioneert dus de facto met vrij grote schommelingen op korte en middellange termijn - die zijn te wijten aan het zwevende karakter van het systeem - en een stabiliteit met een bepaalde tendentie op lange termijn - welke het gevolg is van de invloed op lange termijn van de stabiele monetaire "fundamentals" in de verschillende betrokken economieën.