Im zweiten und im dritten Teil führen die klagenden Parteien an, dass Artikel 76 des angefochtenen Dekrets, insofern dadurch Artikel 4.8.2 Absätze 2 und 3 des Flämischen Raumordnungskodex aufgehoben werde, es der Regierung überlasse zu bestimmen, ob der Rat für Genehmigungsstreitsachen oder das Kollegium für Umweltrechtsdurchsetzung noch für nichtig erklären könnten wegen eines Widerspruchs zu dem allgemeinen Grundsatz der guten Verwaltung.
In het tweede en derde onderdeel voeren de verzoekende partijen aan dat artikel 76 van het bestreden decreet het aan de Regering overlaat, in zoverre het artikel 4.8.2, tweede en derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening opheft, om te bepalen of de Raad voor Vergunningsbetwistingen of het Milieuhandhavingscollege nog zouden kunnen vernietigen wegens strijdigheid met het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur.