Traduction de «technologische produktivität auswirkungen » (Allemand → Néerlandais) :

Basierend auf einer gemeinsam festgelegten Methodik und 20 Indikatoren, die in Zusammenarbeit mit den Mitgliedstaaten[3] definiert wurden, konzentrierte sich das Benchmarking der Leistungsfähigkeit der einzelstaatlichen Forschungspolitiken auf die fünf Themen, die der Rat im Juni 2000 ausgewählt hatte: öffentliche und private Investitionen in Forschung und Entwicklung, wissenschaftliche und technologische Produktivität, Auswirkungen der Forschung auf die wirtschaftliche Wettbewerbsfähigkeit und die Beschäftigung, Humanressourcen, Förderung der wissenschaftlichen Kultur und Verständnis der Bevölkerung für die Wissenschaft.
De benchmarking van nationaal onderzoeksbeleid is gebaseerd op een methodiek en twintig indicatoren die in samenwerking met de lidstaten werden vastgesteld[3] en heeft zich met name gericht op de vijf thema's die in juni 2000 door de Raad werden vastgesteld: overheids- en particuliere investeringen in onderzoek en ontwikkeling, wetenschappelijke en technologische productiviteit, het effect van onderzoek op het economische concurrentievermogen en de werkgelegenheid, menselijk potentieel en de bevordering van de wetenschappelijke cultuur en begrip van de wetenschap bij de burger.

3. äußert starke Bedenken hinsichtlich der Folgen der Finanz- und Wirtschaftskrise, des Investitionsrückgangs und der zunehmenden Ungleichheiten in der EU bei Produktivität, Wettbewerbsfähigkeit und Wohlstand, insbesondere zwischen den Regionen; weist darauf hin, dass klare politische Maßnahmen getroffen und hinreichende finanzielle Mittel zur Förderung einer Erneuerung der Industrie für ein nachhaltiges Europa unter anderem auf der Grundlage der Kultur- und Kreativwirtschaft und neuer Technologien, wie etwa Nanotechnologien, Biotechnologien und Mikroelektronik, bereitgestellt werden müssen; betont, dass der deutliche Einbruch der Industrieproduktion andernfalls gravierende negative Auswirkungen nicht nur auf die Wirtschaftsleistung der EU, sondern auch auf den sozialen und territorialen Zusammenhalt nach sich ziehen würde, während sich die „technologische Kluft“ zwischen der Europäischen Union und den anderen Spitzenstandorten, d. h. den Vereinigten Staaten und den BRIC-Ländern, in bedenklicher Weise vergrößert;
3. spreekt zijn grote bezorgdheid uit over de gevolgen van de financiële en economische neergang, de afname van de investeringen en de groeiende ongelijkheid in de EU, in het bijzonder tussen de regio's met betrekking tot productiviteit, concurrentievermogen en welvaart; wijst erop dat het van essentieel belang is om krachtige beleidsmaatregelen te treffen en voldoende financiële middelen toe te wijzen om de wederopbloei van de industrie met het oog op een duurzaam Europa te steunen, onder meer gebaseerd op culturele en creatieve bedrijfstakken en nieuwe technologieën zoals nanotechnologie, biotechnologie en micro-elektronica; is van mening dat zonder een dergelijke actie de scherpe neergang in industriële productie niet alleen ernstige negatieve gevolgen voor de output van de EU zal hebben maar ook voor de sociale en territoriale samenhang, terwijl de technologische kloof tussen de Europese Unie en de andere centra van hightech, met name de Verenigde Staten en de BRICS-landen, steeds groter zal worden;

Jedes zusätzliche Schuljahr erhöht im Durchschnitt die Produktivität in einem Mitgliedstaat um 6,2 % und wegen seiner positiven Auswirkungen auf die technologische Entwicklung langfristig um weitere 3,1 %.
Elk extra jaar gemiddeld aantal schooljaren verhoogt in het gemiddelde EU-land de productiviteit onmiddellijk met 6,2% en op lange termijn met nog eens 3,1%, als gevolg van de bijdrage tot een snellere technologische ontwikkeling.

Jedes zusätzliche Schuljahr erhöht im Durchschnitt die Produktivität in einem Mitgliedstaat um 6,2 % und wegen seiner positiven Auswirkungen auf eine schnellere technologische Entwicklung langfristig um weitere 3,1 %.
Elk jaar dat gemiddeld langer naar school wordt gegaan verhoogt de productiviteit in een gemiddeld EU-land selectief met 6,2 procent en op de lange termijn met nog eens 3,1 procent, dankzij de bijdrage aan de snellere technologische ontwikkeling.