R. in der Erwägung, dass die Union aufgrund der Grundsätze und Ziele des auswärtigen Handelns der Union moralisch verpflichtet ist, ihren Einfluss als einer der wichtigsten Handelspartner und ein bedeutender Abnehmer von Baumwolle aus Usbekistan geltend zu machen, um Zwangsarbeit bei Kindern in diesem Land zu unterbinden, sowie in der Erwägung, dass das Protokoll nicht als rein technisches Abkommen behandelt werden kann, solange gerade im Zusammenhang mit der Baumwollernte Besorgnis wegen der Achtung der Menschenrechte wie etwa im Fall von Zwangsarbeit bei Kindern geäußert wird,
R. overwegende dat, op basis van de beginselen en de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, de EU de morele verantwoordelijkheid heeft haar invloed als een van Oezbekistan's belangrijkste handelspartners en grote importeur van katoen uit Oezbekistan aan te wenden om een eind te maken aan gedwongen kinderarbeid in dat land; overwegende dat het protocol derhalve, zolang sprake is van zorgen in verband met de mensenrechtensituatie, bijvoorbeeld ten aanzien van gedwongen kinderarbeid, in het bijzonder bij de katoenoogst, niet kan worden gezien als een uitsluitend technische overeenkomst,
