Es wird zwischen i) kurzfristigen Anlagen, d. h. Anlagen mit einer Ursprungslaufzeit bis einschließlich 390 Tagen, und ii) langfristigen Anlagen, d. h. Anlagen mit einer Ursprungslaufzeit von mehr als 390 Tagen, unterschieden.
Het volgende onderscheid geldt: i) kortetermijnactiva, d.w.z. activa met een oorspronkelijke looptijd tot en met 390 dagen, en ii) langetermijnactiva, d.w.z. activa met een oorspronkelijke looptijd van meer dan 390 dagen.