6. Bis zum 1. Januar 2030 können die Mitgliedstaaten bestehende mittelgroße Feuerungsanlagen mit einer Feuerungswärmeleistung von mehr als 5 MW, wenn sie zum Betrieb von Gasverdichterstationen eingesetzt werden, die im Interesse der Sicherheit und Zuverlässigkeit eines nationalen Gasübertragungssystems nötig sind, von der Einhaltung der Emissionsgrenzwerte für NO x in Anhang II Teil 1 Tabelle 3 befreien.
6. Tot 1 januari 2030 mogen de lidstaten bestaande middelgrote stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5 MW die gebruikt worden om gascompressiestations aan te drijven om de veiligheid en de zekerheid van nationale gastransmissiesystemen te waarborgen, vrijstellen van naleving van de emissiegrenswaarden voor NO x die zijn bepaald in tabel 3 van deel 1 van bijlage II.