(5) Die zuständige Behörde am Bestimmungsort kann innerhalb der in Absatz 1 genannten Frist von 30 Tagen auch vorschreiben, dass die Anlage, die die Abfälle erhält, die Eingänge, Ausgänge und/oder den Bestand der Abfälle sowie die damit verbundenen Verwertungs- und Beseitigungsverfahren, so, wie sie in der Notifizierung angegeben sind, für die Geltungsdauer der Notifizierung regelmäßig aufzeichnet.
5. De bevoegde autoriteit van bestemming kan binnen de in lid 1 genoemde termijn van 30 dagen de voorwaarde stellen dat de ontvangende inrichting regelmatig input-output-gegevens en/of balansen over de in de mededeling genoemde afvalstoffen en de specifieke nuttige toepassing of verwijdering voorlegt, en wel voor de geldigheidsduur van de kennisgeving.