97. bekräftigt die Wichtigkeit der ländlichen Räume in Gesamteuropa und äußert in diesem Zusammenhang die Hoffnung, dass ein EU-Beitritt der Kand
idaten aus Ost- und Südeuropa dort keine sozialen Verwerfungen durch Landflucht und Arbeitslosigkeit mit sich bringt; ist in diesem Zusammenhang der Ansicht, dass insbesondere die neu geschaffene zweite Säule im Agrarbereich, die Förderung des ländlichen Raums, weiter gestärkt werden muss; fordert die Kommission deshalb auf, den Beitrittskandidaten in der Auseinandersetzung um deren Anspruch auf Direktzahlungen als Alternative einen schnellen und großzügigen Zugang zu den Mitteln für die Entwi
...[+++]cklung des ländlichen Raums anzubieten; fordert die Kommission außerdem auf zu bedenken, dass die derzeitige Höhe der Beihilfen für die Landwirte der 15 Mitgliedstaaten, insbesondere in den Regionen in äußerster Randlage, durch die Erweiterung nicht gefährdet werden darf; 97. benadrukt het belang dat het platteland in geheel Europa heeft en koestert in dit verband de hoop dat een toetreding tot de Unie in de kandidaat
landen uit Oost- en Zuid-Europa niet tot landvlucht en werkloosheid zal leiden met alle sociale ontwrichting die daarvan het gevolg zou zijn; is van mening dat er in dit verband in het bijzonder behoefte bestaat aan een verdere versterking van de nieuw opgerichte tweede zuil van het landbouwbeleid, de platte
landsontwikkeling; doet ...[+++] daarom een beroep op de Commissie om de kandidaatlanden in de kwestie van hun aanspraken op rechtstreekse betalingen als alternatief een snelle en genereuze toegang aan te bieden tot middelen voor de plattelandsontwikkeling; dringt er bij de Commissie op aan te overwegen dat de uitbreiding niet mag leiden tot een aantasting van het huidige niveau van de steun aan de landbouwers in de vijftien lidstaten, en in het bijzonder die in de ultraperifere gebieden;