(2) Für die Feststellung der Ansprüche auf Leistungen nach der Verordnung (EG) Nr. 1606/98 werden sämtliche Versicherungszeiten sowie gegebenenfalls auch alle Beschäftigungszeiten, Zeiten einer selbständigen Tätigkeit und Wohnzeiten berücksichtigt, die nach den Rechtsvorschriften eines Mitgliedstaats vor dem 25. Oktober 1998 zurückgelegt worden sind.
2. Voor de vaststelling van de aan Verordening (EG) nr. 1606/98 te ontlenen rechten wordt rekening gehouden met elk tijdvak van verzekering alsmede, in voorkomend geval, met elk tijdvak van arbeid, van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden of van wonen, dat krachtens de wetgeving van een lidstaat vóór 25 oktober 1998 is vervuld.