BS. in der Erwägung, dass in sämtlichen bewerteten Szenarien für die Reduzierung der CO2 -Emissionen im Energiefahrplan 2050 der Kommission vorausgesetzt wird, dass der Anteil erneuerbarer Energiequellen am Endenergieverbrauch im Jahr 2050 zwischen 55 und 75 % beträgt; in der Erwägung, dass darin ebenfalls davon ausgegangen wird, dass der Anteil der erneuerbaren Energien nach 2020 einbrechen wird, sofern keine zusätzlichen Maßnahmen ergriffen werden;
BS. overwegende dat volgens de ramingen in het Stappenplan Energie 2050 van de Commissie alle geëvalueerde scenario’s voor het koolstofvrij maken van de economie vereisen dat hernieuwbare energie in 2050 een aandeel van 55 tot 75 % van het eindverbruik van energie uitmaakt; overwegende dat het aandeel van hernieuwbare energie volgens diezelfde ramingen na 2020 ineen zal storten als er geen aanvullende maatregelen worden getroffen;