Für einen am 1. Januar 2003 beginnenden Übergangszeitraum von höchstens zehn Jahren können die Mitgliedstaaten für die Zulassung von Ausgangsmaterial zur Erzeugung von Vermehrungsgut die aller Arten und synthetischer Hybriden, die unter diese Richtlinie fallen, Ergebnisse von Erbwertprüfungen verwenden, die nicht die Anforderungen des Anhangs V erfüllen.
Gedurende een overgangsperiode van ten hoogste tien jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2003 , mogen de lidstaten met het oog op de toelating van uitgangsmateriaal voor de productie van getest teeltmateriaal van alle onder deze richtlijn vallende soorten en kunstmatige hybriden, de resultaten gebruiken van tests ter bepaling van de genetische waarde die niet aan de eisen van bijlage V beantwoorden.
