Die Mitgliedsländer im Süden der Gemeinschaft sind am stärksten gefährdet, weil sie in der Vergangenheit einen relativ geringeren Zuwachs der Arbeitsproduktivität zu verzeichnen hatten (in den 80er Jahren jährlich rund 1 % weniger als in Nordeuropa).
De zuidelijke Lid-Staten van de Gemeenschap lopen het grootste gevaar voor werkgelegenheidsverlies, omdat de arbeidsproduktiviteit er in het verleden minder snel groeide (ongeveer 1% per jaar minder dan in de noordelijke Lid-Staten in de jaren tachtig).